Kijkkasten


Geef kinderen een schoenendoos, een schaar en wat lijm en ze maken een kijkdoos, waar ouders en bezoekers voor een kwartje een blik in mogen werpen.
Tweehonderd jaar geleden was het omgekeerd. Toen waren het kermisklanten die hun kijkkasten van stad naar stad droegen om ze aan den volke te vertonen. En het waren de kinderen die sprakeloos door de lens in het kijkgat tuurden naar de papieren schijnwereld die in de kast was aangebracht.

Moeder en zoon met opticaspiegel
Ets van G.F. Cavenaze naar een schilderij van L.L. Boilly, ca. 1800
Collectie Thomas Ganz, Zürich

Soms keken ze, net als in de schoenendoos van tegenwoordig, in een werkelijk driedimensionaal diorama van uitgeknipte en achter elkaar geplaatste coulissen. Door de lens leek het tafereel groter en verder weg, wat de dieptewerking nog versterkte.
Deze dioramadozen bestonden in liggende en staande uitvoering en waren door hun geringe omvang ook heel geschikt voor de huiskamer. De Augsburgse graveur Martin Engelbrecht bracht er kant-en-klare vullingen voor op de markt, van bijbelse voorstellingen tot landelijke scènes en dansfeesten in rococostijl.


Rarekiek
Waarschijnlijk Engels, 1750-1800
WAW

De prent (een gezicht op Queens College, Oxford, met illuminatie-effect) wordt van voren en achteren door kaarsen verlicht en gezien door een ervoor vastgezet decorraam. Er is plaats voor twee toesschouwers. Het deksel is verwijderd.

Niet minder sprookjesachtig was de rarekiek, waarin een grote opticaprent was aangebracht. De sterk perspectivische uitvoering van de afbeelding en de vergrotende lens zorgden samen voor het gewenste ruimtelijke effect.
Door uit een bestaande opticaprent stukjes te knippen of te snijden en gekleurd papier achter de openingen te plakken, kon je met een rarekiek heel feërieke effecten bereiken. Je kon een tafereel eerst met opvallend licht 'bij dag' laten zien en dan met doorvallend kaarslicht 'bij nacht'. Zo kwam een straat dankzij uitgesneden vensterpartijen in feestelijke avondstemming.
Ook heel dramatische effecten waren mogelijk: een stad in vlammen, een daverend vuurwerk of een schitterende sterrenhemel.


Kijkdozen
1750-1800
Museum Boerhaave (links)
en SML (rechts)

Al dergelijke illuminatie-effecten moest je missen wanneer je, zoals het jongetje op de hier afgebeelde ets, zulke prenten zonder een kastombouw met uitsluitend opvallend licht bekeek. Daar stond tegenover dat het daartoe benodigde apparaat, een lens en een spiegel op één statief, heel wat goedkoper was.
Bovendien was dat gegoochel met kaarsen in zo'n houten kast vol papier niet van gevaar ontbloot: voor je er erg in had, ging de boel ècht in lichterlaaie. En ook zonder die doorlichteffecten bleef er, behalve de geijkte stadsgezichten, genoeg drama te zien, tot aardbevingen en opstanden toe.
De opticaprenten, die vanaf het midden van de 18de eeuw in grote aantallen op de markt kwamen, zullen dan ook vooral met zulke opticaspiegels bekeken zijn. Daarom gaven de prentuitgevers ook doorgaans de titel in spiegelbeeld op de bovenrand.


Haags wintergezicht
Den Haag, H. Scheurleer Fzn., 1757
SML


Vuurwerk in Wenen
ca. 1780
SML


De Amerikaanse opstand:
New York in vlammen
Augsburg, ca. 1776
SML

De Pont Notre-Dame in Parijs in feesttooi op 30 januari 1687 ter
viering van de genezing van de Franse koning Lodewijk XIV
Parijs, Basset, 1750-1800
SML

Gezicht op de Leidse Dam vanuit Den Haag
Amsterdam, Pierre Fouquel Jr., 1750-1800
SML

Walvisvaart
Augsburg, Probst, 1750-1800
SML

Het Rapenburg te Amsterdam
Augsburg, Probst, 1750-1800
SML

Aardbeving in Messina
Augsburg, ca. 1783
SML





De Amerikaanse opstand: het omver halen van het standbeeld van de Engelse koning George III
Augsburg, ca. 1776
SML



© Copyright 1996
Museum Boerhaave, Leiden