Vermakelijke trilogie
over het merkwaardigste zoogdier ter wereld: De mens


Desmond Morris:
'De naakte aap'/'De mensentuin'/'Intiem gedrag'

1968. Ik was twintig en meer dan ooit nieuwsgierig naar alles wat met seks te maken had. Ongetwijfeld was ik dan ook een van de eersten die Desmond Morris' boek 'De naakte aap; Een zoölogische studie van het menselijke dier' kocht, niet in de laatste plaats vanwege het voor die tijd prikkelende omslag, dat een blote heer en half zichtbaar blote dame (de rest valt buiten het kader van de kaft) van achteren toont. Vooral uit behoudende kringen kwamen nogal wat protesten tegen de inhoud, simpelweg omdat het niet aanging de mens als kroon op Gods schepping te verlagen tot het niveau van het dier. Vergeet niet dat de evolutietheorie in brede lagen van de bevolking nog geen algemeen aanvaard goed was.
Wat de seks betreft kwam ik overigens goed aan mijn trekken, want het langste hoofdstuk behandelt uitgerekend dit onderwerp, compleet met smakelijke details over lengte en dikte van de geslachtsorganen, waarmee de menselijke soort in vergelijking met andere diersoorten royaal bedeeld is. In mijn vriendenkring kreeg 'De naakte aap' een soort cult-status: iedereen las het en iedereen praatte erover. Het exemplaar in mijn boekenkast is dan ook zwaar gehavend, veel meer trouwens dan de volgende delen van de trilogie: 'De mensentuin' en 'Intiem gedrag'.
De Nederlandse vertaling van de trilogie verscheen tussen 1968 en 1972. Een dierkundige benadering van het verschijnsel mens, compleet met verklaringen waarom juist dit dier zich in zijn ontwikkeling zo onderscheidt van andere primaten, was betrekkelijk nieuw en had een hoog informatief gehalte. Is dat 25 jaar na dato, nu de uitgever de trilogie opnieuw uitbrengt in een goedkope herdruk, nog het geval?
Door de mededeling op het omslag van de boekjes dat het zou gaan om een 'geheel herziene editie' waren de verwachtingen hooggespannen. 'Herzien' betekent immers: aangepast aan de nieuwste zoölogische inzichten en wellicht (wat ik hoopte) voorzien van andere interpretaties (met name waar waarden, normen en oordelen aan de orde zijn waren Morris' uitspraken bepaald tijdgebonden). Van een algehele herziening is echter geen sprake. De auteur heeft zijn boeken niet aangepast, de Nederlandse tekst is bewerkt, voor zover die gedateerd was. Zo heeft Morris het bijvoorbeeld over 'recent onderzoek' en uiteraard kon die uitdrukking niet gehandhaafd blijven en verdween het woord 'recent' in de tekst. Een nauwkeurige vergelijking van willekeurige bladzijden uit twee van de drie boeken (Elke negende bladzijde van de 'Naakte aap' met de overeenkomstige bladzijde uit de herdruk en elke zevende bladzijde uit 'Intiem gedrag') bevestigde die indruk. Maar ook zonder die wijzigingen blijft de trilogie vermakelijke en vooral curieuze lectuur.

In 'De naakte aap' beschrijft de dierkundige Desmond Morris de belangrijkste kenmerken en gedragingen van 'de enige apesoort zonder haar: de mens'. De auteur gaat in op de oorsprong van de soort, over de opvoeding, de zorg voor de voeding, de wijze waarop de mens zich verzorgt en over de seksuele gewoonten. Op sommige momenten weet Morris treffend de overeenkomsten tussen de mens en andere diersoorten te illustreren; in andere hoofdstukken ligt de nadruk op de verschillen. De algehele indruk die men na lezing overhoudt is dan wel dat de mens een voorsprong heeft op andere dieren, maar dat de evolutie nog lang niet zover gevorderd is als op basis van de (met name intellectuele) verschillen verwacht mocht worden.
In 'De mensentuin' trekt Morris de vergelijking door naar de mens als groepsdier en vooral als groepsdier binnen een besloten gemeenschap. De auteur weet geloofwaardig te maken dat het leven in met name een stad treffende overeenkomsten vertoont met leefgemeenschappen van dieren in dierentuinen. Ook in de mensengemeenschap kennen we het samenleven in 'stammen en superstammen', de strijd om de macht, etc.
In dit deel veel aandacht voor het onderwerp seks, met name gericht op de invloed die het dicht op elkaar leven in een verhoudingsgewijs kleine gemeenschap heeft voor de seksuele ontwikkeling, betrekkingen en bepaalde vormen van scheefgroei.
In 'Intiem gedrag' tenslotte verwijdert Desmond Morris zich het verst van zijn oorspronkelijke uitgangspunt en maakt hij een amusante en leerzame inventarisatie van wat later vooral bekend werd als 'lichaamstaal': het belang van lichamelijk contact: van handdruk tot coïtus'. Wat maken mensen duidelijk met hun houdingen en gebaren: welke signalen willen ze overdragen aan anderen? Al die signalen schaart Morris onder het begrip 'intimiteit', waarin hij verschillende varianten onderscheidt, van seksuele tot sociale, object- en zelfintimiteit. De ideeën in het laatstgenoemde boek werkte hij later overigens uit in een rijk geïllustreerd boek met voorbeelden van de door hem beschreven uitingen: 'De naakte mens' (de Nederlandse editie verscheen in 1978).
De hedendaagse lezer zal even door de achterhaalde of tenminste discutabele morele oordelen van Morris heen moeten kijken, maar wie dat kan heeft met deze boeken een uiterst humoristische trilogie in handen, die een totaal andere, frisse en tenminste oorspronkelijke visie geeft met veel wetenswaardigheden over de minst te doorgronden diersoort: het verschijnsel mens.

HARRY FLEURKE


©St. NoPapers

Terug naar overzicht