Goed leesbare nieuwe vertaling van de Bhagavad Gita


'Vervul daarom voortdurend zonder gehechtheid uw noodzakelijke plicht, want doet de mens ongehecht zijn plicht, dan bereikt hij het hoogste'

Hoewel het een relatief klein werk is (699 korte verzen) heeft de Bhagavad Gita in de loop der tijden een aantal 'grote' bewonderaars gekend. Aldous Huxley zag er een goed voorbeeld van de Eeuwige wijsheid in, omdat de Bhagavad Gita de blijvende kern van het bestaan achter de steeds veranderende wereld der verschijnselen verwoordt. Ook Goethe en Mahatma Gandhi kunnen tot de bewonderaars van dit beknopte werk gerekend worden.
De Bhagavad Gita is hier in Nederland het meest verspreid (en bekend geworden?) door de Hare Krishna beweging die ze tegen elk aannemelijk bod (een zelf te bepalen donatie) te koop aanbood in stations en op drukke winkelstraten.
Bij Panta Rhei verscheen een nieuwe vertaling van Erik Mossel. Een reden om ons wat meer te verdiepen in de Bhagavad Gita.

De Indische heilige boeken
Van de 'Heilige boeken' van India zijn vooral de Veda's, de Upanishads (commentaren op de Veda's) en de Bhagavad Gita bekend. Dit laatste is niet zozeer een zelfstandig religieus werk alswel een filosofisch deel van een groter werk.
De Bhagavad Gita, letterlijk 'Het lied van de Heer', is onderdeel van het epos de Mahabaratha (De grote zonen van Baratha). Dit zeer uitgebreide epos beschrijft de gevechten tussen twee adellijke 'families' in verband met een omstreden troonopvolging. De Mahabaratha (samengesteld tussen 400 voor en 400 na Christus) bevat waarschijnlijk tekstfragmenten die 5000 jaar oud zijn. De belangstelling voor dit epos is aan het toenemen. Zo is het de laatste jaren twee maal bewerkt, onder andere voor televisie.

De Bhagavad Gita
In het deel dat tegenwoordig bekend staat als de Bhagavad Gita geeft de wagenmenner Krishna (een incarnatie van de god Vishnu) aan de vooravond van de beslissende slag advies aan de boogschutter Arjuna. Deze moet vechten tegen bekenden en familieleden en heeft daar grote twijfels over. Hij vraagt zich af wat hij moet doen. Krishna geeft Arjuna advies en spoort hem aan 'zijn plicht' te doen; namelijk het gevecht niet te schuwen, maar dit zo 'goed' mogelijk te voeren.
Het advies van Krishna gaat veel verder dan persoonlijk advies aan Arjuna. In zijn uitleg van de 'goede manier' behandelt Krishna de eeuwige vragen ten aanzien van mens, wereld en 'de juiste religie'. Het boek is dan ook te zien als gids voor de mens die op zoek is naar inzicht. In die hoedanigheid is het niet zo zeer een verhandeling over goed en kwaad, maar meer een reeks adviezen om innerlijke conflicten op te lossen. Er is op zich niets 'werkelijks' voor de mens om tegen te vechten, alleen het eigen onbegrip. Wanneer dit onbegrip verwijderd is, kan de mens zichzelf en de werkelijkheid kennen.
De uitleg van Krishna is onder andere gebaseerd op de Yoga-filosofie van Patanjali. Een manier van denken en doen die schijnbare tegenstellingen tracht te verenigen. Het woord yoga, dat dezelfde oorsprong schijnt te hebben als het woord juk, betekent letterlijk 'verbinding'. Verbinding van 'tegendelen'.
Wat leert Krishna aan Arjuna (en de zoekende mens)? Kernachtig gesteld dat de mens door middel van meditatie, of liever een meditatieve instelling, het dualisme in zichzelf en de zogenaamde 'werkelijkheid' kan overstijgen. Een dualisme dat ontstaat doordat de mens 'onderscheid' maakt binnen een niet te scheiden eenheid (het bestaan). Arjuna (een symbool van de zoekende mens) is verward in 'de paren der tegenstelling'. De 'overstijging' van deze innerlijke gespletenheid heeft tot gevolg dat het hoogste in de mens (Zelf, Atman) zich verbindt met het absolute, de uiteindelijke werkelijkheid. Dan is de mens vrij.
De sterke kanten van de tekst vind ik zelf het weinig moralistische karakter ervan, de psychologische inzichten die er uit spreken en de helderheid van de dialoog. 'Excessen' in godsdienstbeoefening zoals zelfkastijding en dogmatiek worden ontmaskerd als 'valse leermeesters'.

Nieuwe vertaling
De Mahabarata en dus ook de Bhagavad Gita zijn oorspronkelijk geschreven in het Sanskriet. Sanskriet is een taal waarbij vorm van de lettertekens invloed hebben op de betekenis van een woord binnen de gegeven context. Dit maakt vertalen tot een moeilijke zaak. Sinds de eerste Nederlandse (deel)vertaling in de Gids (1861) zijn er een aantal volledige Nederlandse vertalingen verschenen. Waarom dan toch weer een nieuwe vertaling?
Het idee achter deze nieuwe vertaling is dat de hedendaagse westerse mens heel wat meer kennis heeft over India dan een aantal decennia geleden. Dit houdt in dat de nadruk bij de vertaling meer kan komen te liggen op een heldere weergave van de bedoeling dan op een letterlijke vertaling. Dit heeft een aantal voordelen. Als ik deze uitgave vergelijk met de enige andere die ik heb, die van de Hare Krishna beweging, valt de goede leesbaarheid en de overzichtelijkheid van deze nieuwe vertaling erg op. De vertaler, Erik Mossel, heeft zich voor deze vertaling op diverse Engelse vertalingen gebaseerd, zowel wetenschappelijke als populaire.

Al met al is deze uitgave een waardevolle hedendaagse toevoeging aan de reeds bestaande vertalingen. De Bhagavad Gita is een boeiende tekst, die ondanks de beknoptheid veel stof tot nadenken oplevert.

JAN SPRONG

 


©St. NoPapers

Terug naar overzicht