Symboliek in het christendom


Symbolen spelen in de meeste religies een belangrijke rol. Zo kennen de Noord-amerikaanse Indianen het symbool van de pijp. De pijp staat voor de verbinding tussen Grootvader hemel en Moeder aarde. Degene die de pijp rookt geeft aan deze verbinding te kennen en te eerbiedigen. De uitgeademde rook symboliseert gedachten en gebeden die opstijgen naar en opgaan in 'Het grote mysterie'. De natuur (Moeder aarde) levert de grondstof (tabak), de mens vervaardigt de materiële verbinding (de pijp), die het samengaan van het mannelijke (de steel), met het vrouwelijke (de kop) voorstelt. Het vuur zet het vaste (de tabak) om in iets vluchtigs (de rook). De rook als uiteindelijke resultaat gaat op in de lucht (Grootvader hemel), dat voor het onbekende staat. Uiteindelijk verdwijnt de rook, lost op (Het grote mysterie).
Veel symbolen kennen dit samengaan van natuur, het goddelijke en de handelingen van de mens. De mens handelt en kent een waarde toe aan die handeling. Symbolen hebben een door de mens toegekende meerwaarde.
Een ander, minder opvallend symbool is het opzettelijke foutje dat aangebracht wordt in veel Islamitische kunst. Dit foutje geeft aan dat het op het aardse vlak nooit perfect kan zijn. Alleen Allah is perfect. Uit dit basisidee volgt dat elk aards kunstwerk imperfect is. De meerwaarde van het foutje is juist dat de kunstenaar zich bewust is van de imperfectie van het ondermaanse.
Ook het christendom kent vele symbolen. We kunnen in dit verband denken aan het kruis, het brood en de wijn en het kerkgebouw. In de loop der eeuwen is veel van deze symboliek ondergesneeuwd. De 'symbo- lische' waarde is in vele gevallen vervangen door een meer letterlijke waardebepaling.
Bij Mirananda verscheen de Nederlandse vertaling van het boek van John Baldock over de christelijke symboliek.

Symboliek
Wat is symboliek? Zonder hier al te diep op in te gaan, er bestaan immers veel theoriëen over symboliek, kunnen we zeggen dat symbolen verwijzen naar 'iets dat niet direct uit te drukken is'. Een symbool is daarom meer dan een teken. Er zijn twee belangrijke verschillen tussen een teken en een symbool.
Ten eerste drukt een teken een 'gekozen' verband uit. Een vlag b.v. is een teken of embleem voor een land. Maar in de meeste gevallen is dit een min of meer toevallig gekozen teken, zoals bijvoorbeeld het rood, wit en blauw van de Nederlandse vlag. Er is geen inhoudelijk verband tussen het teken en datgene waar het naar verwijst. Bij symbolen is er wel sprake van een inhoudelijke overeenkomst.
Laten we als voorbeeld het kruis eens bekijken. Dit staat onder andere voor: het horizontale = de aarde en het verticale = de hemel. Samen geven ze de verbinding van het aardse en het hemelse aan. Hier hebben vorm en inhoud een directe verbinding, uitgedrukt in het gekozen 'symbool'.
Ten tweede.
De transpersoonlijk psycholoog Ken Wilber geeft, onder andere in zijn werk 'Het Atmanproject', een ander belangrijk verschil aan tussen een teken en een symbool. Een teken verwijst naar iets op 'hetzelfde' niveau van werkelijkheid. Een symbool verwijst echter naar een 'ander' niveau van de werkelijkheid. De verschillen tussen een teken en een symbool zijn dus kort samengevat: een symbool is een teken dat qua vorm en inhoud 'direct' verwijst naar een niet 'te kennen' gegeven van een ander (meestal hoger) niveau. Dit geeft één reden aan voor de waarde van het symbool voor religies. Kernpunt van elke religie is een niet- materiële oerkracht. Een oerkracht die van een hoger niveau is dan het aardse en daardoor niet direct met aardse middelen (zintuigen, het lichaam) te kennen.

De symboliek in het christendom
John Baldock ziet de rol van symbolen in het christendom als wegwij- zers naar de oneindigheid. Ze helpen de gelovige de 'eenheid' van God te vinden in de stoffelijke wereld. De mysteries , die in elke religie aanwezig zijn, kunnen op deze wijze aangeduid worden. Symbolen worden meestal weergegeven met behulp van woorden, beelden en architectuur. Deze weergaves moeten wel verankerd zijn in de dagelijkse realiteit.
Een symbool kan pas 'werken' als er een raakvlak is tussen de directe leefwereld en datgene waar het naar verwijst. Nadeel is natuurlijk dat 'het plaatje' meer aandacht kan trekken dan de verwijzing. God weergegeven als oude man met lange witte baard is nu eenmaal makkelijker voor te stellen, dan de 'onkenbare, ondeelbare drijvende en scheppende kracht achter het universum'. Het gevolg is dat veel symbolen in de middeleeuwen letterlijk genomen werden. De waarde van een symbool werd bij de afbeelding gelegd.
De avondmaalsviering is hiervan een goed voorbeeld. Het brood bij de eucharistieviering en het avondmaal werd in de meest letterlijke zin het 'Lichaam van Christus'. Het tijdstip waarop deze omzetting plaatsvond, tijdens het in de mond nemen of tijdens de spijsvertering, heeft 'interessante' theologische verhandelingen tot gevolg gehad. Te beperkte interpretaties en bijgeloof waren van dit soort opvattingen het gevolg, een punt waar Baldock mijns inziens te makkelijk over heen stapt. Zijn beeld van de middeleeuwse kerk is te ideaal, met te weinig oog voor maatschappelijke en sociale aspecten van het dagelijks leven.
In zijn benadering van symbolen volgt Baldock de indeling die Robinson gebruikt om bijbelteksten te interpreteren. Robinson hanteert hierbinnen 4 niet geheel te scheiden niveau's van betekenis. Het door mij gekozen voorbeeld (betekenissen van het kruis) is een omzetting van deze niveau's van tekstanalyse.

  1. Een symbool kan letterlijk genomen worden. Het kruis is een stuk hout. De hoeveelheid 'stukjes van het echte kruis' die door de eeuwen heen als relikwie gebruikt werden wijzen op een kruis van gigantische afmetingen.
  2. Een symbool is een allegorie en verwijst. In dit verband kan het kruis staan voor een opdracht. 'Neem uw kruis op'.
  3. Het symbool verwijst naar moreel,'gewenst gedrag'. Het kruis kan dan gezien worden als een aansporing om in navolging van Jezus naar de wetten van God te leven.
  4. Het meest abstracte niveau is het anagogische of mystieke. Dit niveau overstijgt het materiële. Het kruis als verbinding van het aardse en het hemelse.

Dit schema verwijst naar interpretaties die zich van concreet naar abstract ontwikkelen. Je kunt stellen dat 'de symbolische waarde' op elk niveau toeneemt. Belangrijk hierbij is te beseffen dat symbolen niet verwijzen naar het waarheidsgehalte van een gegeven, maar naar 'de bedoeling' ervan. Juist omdat ze verwijzen naar 'het onbekende' kunnen symbolen niet 'waar' zijn.

Aspecten van christelijke symboliek
In kort bestek geeft Baldock vervolgens aan wat de rol van symboliek is geweest in de ontwikkeling van het christendom. Hij behandelt onder andere de (in eerste instantie geheime) signalen die de christenen gebruikten, de rol van kunst in Byzantium en het westen en de architectuur.
Baldock heeft veel aandacht voor de visuele weergave van symbolen omdat dit de meest 'leerzame' uitdrukking is. In een maatschappij waar slechts weinig mensen kunnen lezen kunnen afbeeldingen gebruikt worden om verhalen (en hun betekenissen) door te geven. Maar zoals eerder genoemd, kunnen juist de afbeeldingen, omdat ze 'letterlijk' zijn de aandacht afleiden van de betekenis. De werkzaamheid van symbolen kan wel eens omgekeerd evenredig zijn aan de directheid van de gekozen uitdrukking.
Minder direct herkenbare symbolische uitdrukkingen die Baldock behandelt zoals de Tempel van Salomo en de Alchemie zijn veel minder toegankelijk. Deze vereisen achtergrondinformatie. God, gezien als de goddelijke geometer, de indeler van de kosmos, kan ook in 'perfecte verhoudingen' weergegeven worden.
Voorbeelden van perfecte verhoudingen vinden we in de muziek, de muziek der sferen en de architectuur. De perfecte verhoudingen in de kathedraal van Chartres verwijzen naar de heiligheid van de mens, die een 'beeld is van het goddelijke'. Maar voordat deze boodschap duidelijk over kan komen moet de waarnemer goed geschoold zijn. Symboliek vereist toch een bepaalde instelling en een zekere scholing voordat ze haar geheimen geheel prijs geeft.
Jammer dat Baldock hier niet op in gaat. Volgens hem 'werkt' symboliek altijd op een bepaald niveau. In deze verklaring mis ik de rol van 'de bewuste handeling'. Een basisvoorwaarde voor een eventuele werking van symboliek is de bewuste aandacht van de mens voor de verborgen kant van de symbolische afbeelding of weergave.
Baldock lijkt enigszins te blijven hangen in de betekenis van de afbeeldingen. Het lijkt een beetje op het verschil tussen een 'leeg' ritueel, het afwerken van een aantal voorgeschreven handelingen en een ritueel, waaraan de deelnemer weloverwogen deelneemt. De waarde van een ritueel ligt, zoal de filosoof Staal aantoont, voor een deel in hoe een ritueel uitgevoerd wordt en staat daardoor gedeeltelijk los van de inhoud. Baldock ziet dit aspect van symboliek teveel over het hoofd. De mens ondergaat symbolen in plaats van er actief een waarde aan te geven.
Na deze voorlopige plaatsbepaling gaat Baldock over naar de symboliek in de bijbel.

Samenhangende symbolen in Oude en Nieuwe testament: Typologie
De exegese, de bijbeluitleg, maakt veel gebruik van typologie, een analysemethode die overeenkomsten zoekt in het oude en het nieuwe testament.
De typologie, toegepast op de bijbel, gaat er van uit dat elk 'type' (lees symbool) in het oude testament een 'antitype' in het nieuwe testament heeft. Praktisch gesproken houdt dit in dat er in het oude testament symbolen gebruikt worden die een directe tegenhanger hebben in het nieuwe testament. Het herkennen van deze types en antitypes kan ons zicht geven op 'de bedoeling' van symbolen. Een paar voorbeelden kunnen dit verhelderen.
Ten eerste. Jona(s) en Christus: In het oude testament vinden we het verhaal van Jona(s), die drie dagen en nachten in 'de buik van een walvis' doorbracht. Dit wordt meestal uitgelegd als een symbool van de (symbolische) dood en de daaropvolgende wederopstanding. Christus in het nieuwe testament brengt drie dagen in 'de onderwereld' door en verrijst daarna als een nieuwe 'mens'.
Ten tweede. Adam en Christus: Adam is de eerste mens, geschapen door God. Hij is ontstaan uit de aarde en de adem van God. Adam is de materiële mens. Jezus Christus is de eerste 'spirituele' mens. Hij is het aardse overstegen en een 'goddelijk' mens geworden. Baldock zegt in dit verband dat Christus de 'sluiers' van het oude testament verwijderd. Wat in het oude testament bedekt aanwezig is wordt door de tussenkomst van Jezus Christus in het nieuwe testament geopenbaarde 'werkelijkheid'. Dit wordt in het nieuwe testament op de volgende manier weergegeven. Na de dood van jezus scheurde de voorhang, (de afscheiding tussen heilige en het heilige der heiligen) in de tempel te Jeruzalem. Een verklaring hiervoor is dat door de dood (overgang) van Jezus het verborgene geopenbaard wordt.
De typologie geeft ons de mogelijkheid verborgen bedoelingen in de bijbel zichtbaar te maken.

Het leven van Christus
Vervolgens besteedt Baldock in twee hoofdstukken aandacht aan de symbolische betekenis van het leven en handelen van Jezus Christus. Hierbij gebruikt hij het al eerder genoemde 4 lagenschema van Robinson. Opvallend is dat Jezus in een aantal van zijn gelijkenissen (voorbeeldverhalen, parabels) zelf aangeeft dat er meerdere niveau's zijn om een gelijkenis te interpreteren.
Baldock geeft het voorbeeld van de gelijkenis van de zaaier. Het zaad kan alleen dan uitgroeien tot een volledige plant als het op goede aarde terecht is gekomen. Zoekende naar de symbolische betekenis van het nieuwe testament behandelen deze twee hoofdstukken veel essentiële personen, beeldspraken en uitspraken van Jezus.
Voorbeelden van behandelde onderwerpen zijn Johannes de Doper, de 'maagdelijke' geboorte en naam en handelingen van Petrus. Dit gedeelte vormt de kern van het boek van Baldock en bevat veel informatie.

Het glossarium
Het boek doet een aanzet om onbekende symbolen zelf te onderzoeken. Als studiemateriaal heeft Baldock een aanvullende lijst met symbolen opgenomen. Nadeel vind ik dat het niet duidelijk is hoe de keuze tot stand is gekomen. Persoonlijk kan ik er geen eenheid in ontdekken en lijkt het glossarium een toevallige keuze van symbolen te bevatten. Dat wil overigens niet zeggen dat er geen interessante verklaringen in opgenomen zijn.
Een voorbeeld betreft de symbolische waarde van brood en wijn. Dat (gegist) brood en (gefermenteerde) wijn een belangrijke rol spelen in het nieuwe testament komt volgens Baldock omdat 'deze beide vervaardigd zijn volgens een proces waarbij de oorspronkelijke ingrediënten worden getransformeerd, zoals ook de mens wordt getransformeerd van zijn ruwe fysieke toestand in een spiritueel wezen.' De mens kan door een proces van transformatie van een (natuurlijke) Adam een (spirituele) Christus worden. De alchemie van het brood en de wijn als een beeld voor de mens die de natuur niet zozeer overwint, alswel omzet.

Een belangrijk gemis: de oorsprong van christelijke symbolen
In het boek zijn mijns inziens een aantal belangrijke zaken weggelaten. Bijvoorbeeld een basisvraag: waar komen de christelijke symbolen vandaan?
Als symboliek goed verankerd moet zijn in een werkelijkheid, lijkt het mij van belang de voedingsbodem te kennen. Het christendom is ontstaan binnen de culturele en religieuze context van het jodendom. Het jodendom kent op zijn beurt invloeden uit onder andere Egypte en Babylon. Zijn deze invloeden nog te bespeuren?
Met name mis ik dit verband verwijzingen naar enerzijds de joodse tradities (o.a. de Kabbalah), die uitgebreid de symboliek van het oude testament behandelen en anderzijds naar Egypte. Vanuit de Egyptische traditie zijn een aantal interessante overeenkomsten te zien met het nieuwe testament. Ik zal hier drie voorbeelden geven. Het lijstje is met weinig moeite uit te breiden.

Buiten deze overeenkomsten is het van groot belang dat het egyptische denken uitermate symbolisch was. Betekent dit dat bijvoorbeeld Maria en de openbaring als 'slechts' symbolisch' gezien moeten worden? Een andere niet direct beantwoorde vraag is de relatie van de door Baldock behandelde symbolen met de Gnostiek. Hier en daar noemt Baldock de gnostiek, maar hij gaat niet expliciet in op de rol van de gnostiek in de ontwikkeling van de christelijke symboliek. Toch lijkt me dit een belangrijk punt.
In de eerste eeuwen van het christendom was het nog volstrekt onduidelijk of het 'katholieke' of het 'gnostieke' christendom de belangrijkste stroming zou worden. De gnostiek gaat er vanuit dat de mens een goddelijke kern heeft, die de mens 'zelf' kan ontdekken. Dit in tegenstelling tot het katholicisme dat er vanuit gaat dat een bemiddeling noodzakelijk is, een bemiddeling van kerk, Jezus of Maria.
De relatie tussen katholicisme en gnostiek is voor het onderwerp van belang omdat :

  1. De gnostiek in het algemeen meer waarde hecht aan symboliek dan het katholicisme. De al eerder genoemde vierde laag van interpretatie, de mystieke, sprak veel gnostici aan, omdat zij het aardse leven uitdrukkelijk als inferieur en op zijn best onvolkomen zagen.
  2. De inhoud van de christelijke symboliek in de eerste eeuwen sterk beïnvloed is door de Gnostiek. De Sophia, de (heel simpel gesteld) vrouwelijke oergodin van de Gnostici heeft een aantal ook aan Isis toegeschreven 'attributen'. Dit zou wel eens de verbindende factor kunnen zijn tussen Isis en Maria. Ook andere symbolen zouden een gnostieke lading kunnen hebben. Vermeldenswaard is het feit dat gnostici door de eeuwen heen altijd veel interesse voor Egypte ten toon hebben gespreid.

Tenslotte
In het boek van Baldock blijft de vraag naar de oorsprong van christelijke symboliek onbeantwoord. Persoonlijk vind ik dit een gemis omdat het geschetste beeld onvolledig blijft. De onderbouw van het betoog ontbreekt. Dit heeft tot gevolg dat het betoog teveel in de lucht blijft hangen.
Een ander nadeel vind ik de passieve rol die Baldock toeschrijft aan de mens, die een symbool 'ondergaat'. Symboliek heeft te maken met betekenis 'toekennen' en vooronderstelt dus een zekere mate van activiteit.
Toch is het boek van belang. Het geeft een goede aanzet door in te gaan op de verborgen en symbolische waarde van christelijke termen, personen en leerstellingen. Daardoor kan het een alternatief bieden voor ingesleten overgeleverde opvattingen.

JAN SPRONG


©St. NoPapers

Terug naar overzicht