De os en zijn hoeder: de weg van Zen beschreven


Zenmeester Kôun Yamada
De hier beschreven uitspraak is een kernidee uit het werk en leven van Hugo Enomiya-Lasalle. De nu negentig jaar oude Enomiya-Lasalle is van oorsprong een Jezuiet. Hij heeft echter de laatste 60 jaar Zen *1) gestudeerd in Japan, waar hij ook een cursuscentum heeft opgericht. In zijn geschriften is een synthese te vinden tussen Zen- boeddhisme en het Christendom. Hierbij gebruikt Lasalle voornamelijk materiaal van de middeleeuwse christelijke mystiek, omdat deze vorm van mystiek net als zen een 'levende ervaring' zoekt van 'het Absolute' (God/Christus).
Wat bracht Lasalle er toe om zich met zen bezig te gaan houden? In een interview met de BRES (Nr. 32: 1971) zegt Lasalle: 'De zen-meditatie leidt tot verdieping van iedere religieuze belevenis, niet alleen van de boeddhistische, maar ook van de christelijke'.
Deze vereniging van zen-meditatie en christelijke mystiek speelt in de boeken van Lasalle een grote rol. Bekende boeken van hem zijn: 'Zen-meditatie: ontmoeting tussen zen en christendom' en ' Meditatie en gods-ervaring'.
In zijn laatste boek (1990) 'De os en zijn hoeder: Zen-bezinning' bespreekt Lasalle de zen-weg tot zelfrealisatie. Zelfrealisatie is volgens Lasalle het uiteindelijke doel van elke religie. Want in laatste instantie zijn God (het absolute) en de mens één. Hij baseert zijn boek op de 10 afbeeldingen van 'de Os en zijn hoeder', afkomstig uit de zentraditie.

De os en zijn hoeder: ontwikkeling van de zoeker
De afbeeldingen van de os en zijn hoeder zijn een hulpmiddel voor de zen-leerling op de meditatieve weg naar zelfontdekking. Het beeld van de os is ontstaan in India en wordt tegenwoordig geassocieerd met de Chinees-Japanse kunst. Op de eerste tekening zien we een herder op zoek naar zijn os. De os stelt het oerwezen of de Boeddhanatuur van de mens voor. De zoeker (hoeder/de 'persoonlijkheid') gaat op weg. Op een of andere wijze realiseert hij zich dat hij zijn os kwijt is; dat er iets mist in zijn/haar leven. De op dit inzicht volgende zoektocht kan leiden tot 'Satori' (het vinden van de Boeddhanatuur): een nieuw bewustzijn, dat de afgescheiden wereld van object en subject overstijgt.
De boeddhanatuur is de levende relatie tussen wereld en individu. Microkosmos en macrokosmos zijn op een, voor het analytisch bewustzijn alleen, verborgen niveau eén. Op plaatje 8 wordt dit 'De os en zijn hoeder, volledig vergeten' genoemd. In de nu ervaren eenheid zijn de samenstellende delen opgelost. ( vgl. 'Ik en mijn Vader zijn één'). Voor de 12e eeuw was dit het laatste plaatje uit de reeks.
De Zen- meester Kakuan Shien voegde er nog twee aan toe omdat 'een verlichte in dienstbaarheid terugkeert naar de gewone alledaagse wereld'. De 10 afbeeldingen geven dus de ontwikkeling van de zoeker weer van de eerste stappen op het pad, via de verlichting (satori), tot de uiteindelijke dienstbaarheid aan en in de samenleving. De laatste afbeelding is dan ook 'Met open handen naar de markt', waarbij de markt model staat voor de samenleving. De borst ontbloot en barrevoets, zo gaat hij naar de markt. Hij is geheel met stof bedekt, zijn gezicht vol modder, en op zijn wangen danst een intense lach. Verdorde bomen brengt hij onverhoeds tot bloei, zonder magie en toverkrachten.

Het boek
Elke penseeltekening uit de reeks wordt in het boek vergezeld door kalligrafieën en 10 korte verhalen. In de totaal 100 verhaaltjes krijgt de lezer een zeer goed leesbare inleiding in de ontwikkeling van de leerling in het Zen-boeddhisme. De verhalen behandelen anekdotes, persoonlijke ervaringen van Lasalle, verhalen over zenmeesters en historische ontwikkelingen.
Maar het boek is meer 'dan Zen alleen'. Lasalle legt ook in dit boek regelmatig lijnen tussen enerzijds zen en anderzijds de al eerder genoemde mystiek van het christendom. Zo passeren Eckart, Johannes van het Kruis en Teresa van Avila naast Rin-zai, Dogen en Bodhidharma de revue.
Natuurlijk zijn er grote verschillen tussen Christendom en Zen- boeddhisme. Voor Lasalle is echter voornamelijk de overeenkomst van belang. Misschien ligt de grootste overeenkomst voor Lasalle in het zoeken naar een hogere eenheid. Dat is uiteindelijk het doel van zowel mystiek (opgaan in een wel of niet persoonlijke God) als van het zoeken naar de boeddhanatuur.
Twee citaten kunnen dit raakpunt tussen zen en christendom verhelderen. Allereerst uit de Bijbel: 'Ik leef, maar niet ik leef, doch de Christus in mij'. Paulus (Galaten 2 vers 20). en uit zen: 'Boeddha worden wil volgens Rinzai zeggen: waarlijk mens worden, een mens die door meditatieve praktijk en innerlijke overgave tot een volmaakte persoonlijkheid gerijpt is en anderen ook helpt mens te worden'. Voor Enomiya-Lasalle gaan zen en mystiek naadloos in elkaar over.

Ter afsluiting
Het taalgebruik in het boek is simpel en doeltreffend. Lasalle weet waar hij het over heeft en dit weerspiegelt zich in de teksten. De volgens de zentraditie gemaakte penseeltekeningen zijn in alle eenvoud beeldend en roepen een sfeer van rust en compactheid op. Kort samengevat is deze uitgave van Ankh- Hermes door het samengaan van boeiende tekst, kalligrafie, tekeningen en een ruime lay-out een prettig en boeiend boek.

JAN SPRONG

*1) meer over het Zenboeddhisme in mijn artikel 'Drie vingers wijzen naar de maan': BOEK0042.HTM


©St. NoPapers

Terug naar overzicht