NLP: nieuwe lappendeken van oude ideeën


Helmut Krusche:
'NLP theorie en praktijk van het Neuro-Linguïstisch Programmeren'

Een kikker viel in een kan melk. Dat was niet zo'n groot probleem, want kikkers kunnen zwemmen. Een kameraadje had de val van de kikker gezien en sprong achter hem aan, omdat kikkers gewend zijn elkaar te helpen en bij te staan. Helaas konden ze niet uit de kan ontsnappen, omdat de wanden te glad en te hoog waren. Alleen door te blijven zwemmen zouden ze zich in leven kunnen houden. Uren spartelden ze door de melk en toen de kikker moe begon te worden sprak zijn kameraadje hem moed in. Om een lang verhaal kort te maken: na lange, lange tijd en aan het eind van hun krachten bemerkten ze plotseling dat ze vaste grond onder de voeten kregen; de melk was boter geworden. Zo luidt, kort samengevat, de fabel waarmee de auteur Helmut Krusche zijn boek eindigt.
De lering (want daarvoor is een fabel toch bedoeld en de NLP werkt graag met metaforen) ligt voor de hand. De kikkers wisten niet waardoor ze hun ontsnapping mogelijk hadden gemaakt, maar ze redden het wel. Mocht zich weer eens eenzelfde incident voordoen, dan wisten ze hoe te handelen, ook al zouden ze er nooit een verklaring voor weten te bedenken.
Doorgewinterde NLP-aanhangers zullen daarom niet zo gelukkig zijn met het woord 'theorie' in de titel van de Nederlandse vertaling. In het oorspronkelijk Duitse boek komt het woord dan ook niet voor: 'Der Frosch auf der Butter - NLP: Die Grundlagen des Neuro-Linguistischen Programmieren'. Al op de eerste bladzijden wordt uitgelegd dat de benaming 'model' de voorkeur verdient boven 'theorie', want het gaat voornamelijk over technieken betreffende de communicatie tussen mensen en de toepassing ervan. En het woord 'grondslagen' lijkt toch heel behoorlijk Nederlands.

Het begrip Neuro-Linguïstisch programmeren (NLP) bestaat uit drie onderdelen, die in essentie weergeven waar het om gaat. Allereerst gaat het om neuro-fysiologische processen, ofwel de processen die zich in de zenuwstelsel (neuron = zenuw) afspelen en onze gedragingen bepalen. Hoe het in het oorspronkelijke boek staat weet ik niet, maar de vertaling heeft het ten onrechte over 'neurologische processen'. Neurologie betekent in het Nederlands de leer van de ziekten betreffende het zenuwstelsel, iets geheel anders dus. Deze processen worden via de taal (= lingua) zowel gesproken, geschreven als non-verbaal weergegeven en geordend. En het begrip programmeren wil in dit verband zeggen dat de bovenstaande processen en communicatiesystemen methodisch kunnen worden aangewend om een bepaald doel te bereiken en gewenste veranderingen tot stand te brengen.

Al ruim twintig jaar geleden zochten mensen als John Grinder en Richard Bandler naar een antwoord op de vraag hoe het komt dat sommige mensen vaak zonder er schijnbaar veel moeite voor te doen hun hele leven succesrijk zijn en anderen ondanks hun moeiten niet vooruit lijken te komen. Ze ontdekten dat de succesvolle mensen een aantal frappante overeenkomsten vertoonden in hun gedrag, toegespitst op hoe zij zowel verbaal als non-verbaal omgingen met anderen en hoe ze door hun handelswijze bereikten wat ze wilden. In enkele boeken doen zij verslag in hun bevindingen en de ideeën die ze op basis daarvan ontwikkelden kunnen worden beschouwd als het fundament van de NLP. In Nederlandse vertaling verscheen o.a. 'De betovering van de taal' en 'Structuur van de magie: een boek over taal en therapie'.
In het kort komt de gedachtengang achter NLP erop neer dat we weliswaar niet weten waarom bepaalde gedragingen werken en invloed hebben op de communicatie met en het gedrag van jezelf en de ander, maar we weten wel welke gedragingen dat zijn, welke invloed ze hebben en tot welke effecten dat leidt. Dit weten kan ons dus helpen om veranderingen in onszelf te bewerkstelligen en om in contact met anderen te bereiken wat je wilt. Wat het laatste aangaat maakt het in wezen niet uit of je in een hulpverleningssituatie zit of absoluut door een personeelschef wilt worden aangenomen voor een baan waarop je hebt gesolliciteerd.
In de Inleiding garandeert de auteur Helmut Krusche (hoogleraar sociale en cultuurwetenschappen) de lezer die de strategieën en technieken toepast grote veranderingen in zijn/haar leven. Verderop in het boek vervolmaakt Krusche deze nogal gewaagde uitspraak met de opmerking dat het voor kan komen dat een techniek of strategie niet het gewenste resultaat oplevert. In dat geval ligt dat aan het verkeerd gebruik of is het de onjuiste techniek in de betreffende situatie. Enige twijfel aan de methode als zodanig is hem uiteraard vreemd.
De gedragingen waar op gelet moet worden gaan over taal en dan niet zozeer over wat de ander zegt maar vooral over het hoe, de formulering. Let ook op non-verbale signalen: waarop richt de blik zich tijdens het spreken, welke gebaren maakt iemand, hoe is de houding, kortom: hou de lichaamstaal in de gaten en gebruik die informatie bij het bereiken van je doel.
Het zou in dit kader te ver voeren om op de technieken uitvoerig in te gaan, maar Krusche schrijft o.a. over het spiegelen van gedrag, het verankeren van bepaalde gedragingen, het nut van visualiseren en over methodes om ongewenst gedrag om te buigen in gewenst gedrag. In een afzonderlijk hoofdstuk komt de techniek van de trance - een ander woord voor wat elders hypnose wordt genoemd - aan de orde.
Krusche schreef een goed leesbaar boek, verliest zich zelden in nutteloze details en voorziet zijn beschouwingen frequent van praktijkvoorbeelden, het laatste soms in die mate dat zijn enthousiaste verhalen hier en daar de twijfelachtige toon van een promotiepraatje krijgen.

NLP maakt de laatste jaren een zegetocht door de wereld. In Nederland hebben zowel de reguliere menswetenschappen als het alternatieve circuit zich op het fenomeen gestort en blijkens het enorme aanbod hebben veel mensen er op de een of andere wijze baat bij. Die triomf verbaast vooral, omdat veel ideeën waarmee de NLP werkt al veel ouder zijn en langer bestaan: wie het boek van Krusche goed bestudeert, komt daar aspecten uit verschillende disciplines tegen: de communicatieleer (Watzlawick), de humanistische psychologie (Rogers), opvattingen uit het behaviourisme (Skinner), verschillende elementen uit de onderwijskunde en leerpsychologie en tenslotte enkele opvattingen die in het Nieuwe Tijdsdenken grote opgang maken (zoals de visualisering - Shakti Gawain, Louise Hay, Stuart Wilde om er enkele te noemen). NLP-voorstanders zal dit laatste waarschijnlijk weinig uitmaken, want wat doet het ertoe waar het vandaan komt, als het werkt?
Krusche citeert wat dit betreft de grondleggers van de NLP, die stellen dat ze zich niet bekommeren om de theorie, maar zich beperken tot het model: 'een beschrijving van hoe iets werkt zonder dat wordt verteld waarom dat zo is. (...) Wij zijn modelbouwers en willen dat men ons werk ook als model beoordeelt, onafhankelijk van de vraag of het juist, onjuist, esthetisch of onesthetisch is'.
Dit acht ik een gevaarlijke opvatting, omdat elke ethische implicatie en beoordeling bij voorbaat wordt uitgesloten. Ook de auteur heeft daar over nagedacht, met name waar het gaat om de mogelijkheid om met de beschreven technieken anderen te manipuleren. Krusches standpunt ligt voor de hand: manipuleren is niet slecht, zolang en voor zover het doel dat ermee gediend wordt goed is. Gelukkig gelooft niet iedereen dat het doel altijd de middelen heiligt. Bovendien heeft de geschiedenis meer dan eens getoond dat een techniek die zowel ten goede als ten kwade kan worden aangewend nooit uitsluitend voor het goede wordt gebruikt. Alleen al daarom is een kritische beschouwing naar de theorie achter het model van het Neuro-Linguïstisch Programmeren niet alleen toegestaan, maar zelfs geboden. Dit laatste neemt echter niet weg dat 'NLP' van Helmut Krusche een uitstekende inleiding is voor degenen die eindelijk wel eens willen weten waar die letters voor staan.

HARRY FLEURKE


©St. NoPapers

Terug naar overzicht