Bewust leren sterven is bewust leren leven:
Accepteren van de sterfelijkheid


De dood verdrongen
Wat een van de meest natuurlijke zaken had moeten zijn, sterven, was in onze cultuur bijna verworden tot een 'Fremdkörper'. Als we euthanasie op de dood hadden toe kunnen passen, dan hadden we dat collectief zeer waarschijnlijk gedaan.
Sinds de opkomst van de verzorgingsmaatschappij is het sterven en alles wat ermee samenhangt gemarginaliseerd, gehospitaliseerd en geprofessionaliseerd. De gemiddelde mens had niets meer van doen met zijn eigen overlijden, op het overlijden na, maar 'dat gaat tenslotte vanzelf'. De dood was verbannen uit het dagelijks leven. Dit met alle nadelen ten aanzien van gemeenschapszin, rouwverwerking en direct contact met de zieke. Collectief ontkenden we dat we een lichaam hadden dat eens de geest zou geven. Een vrij rigide 'lichaamscultuur' was hiervan het gevolg.
Deze zelfde tijd ziet de opkomst van plastische chirurgie, facelifting en zonnebanken. In het verlengde hiervan werden al te enge ziektes (Ka!) ook uit het gezichtsveld verwijderd. Dood, ziekte en vergankelijkheid werden bij uitstek zaken waar je alleen indirect mee omging.
Sinds een jaar of 15 à 20 is hierin een kentering gekomen. De dood is weer in het persoonlijk en maatschappelijk blikveld teruggekeerd. Rouwverwerking, bijna-dood-ervaringen, euthanasie en thuissterven zijn onderwerpen die langzamerhand veel aandacht op hebben geëist. Op de televisie bespreken mensen hun ervaringen met het overlijden van geliefden en de eigen 'uitstapjes' tijdens periodes van klinische dood. Documentaires over crematoria en begrafenissen maken dit gebied weer wat toegankelijker. Een enorme vooruitgang.
En ook in de boekenwinkel kunnen we terecht voor boeken over dit onderwerp. Boeken uit allerlei periodes uit de geschiedenis en uit allerlei culturen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan 'Het Tibetaanse dodenboek' en 'Het Egyptische dodenboek'. Maar er worden ook genoeg nieuwe boeken geschreven. Het werk van Moody, Kubler-Ross en in Nederland van Hylkema en van Meyel geven vele mogelijkheden om beter en bewuster met de eigen en andermans sterfelijkheid om te gaan.
Het uit 1982 stammende boek 'Who dies: an investigation of conscious living and conscious dying' van Stephen Levine is nu bij Servire in een Nederlandse vertaling verschenen: 'Bewust leven, bewust sterven'.

Waarom bezig met sterven?
Waarom zou je je interesseren voor zaken die met de dood te maken hebben? Is dat niet morbide? Nu, mijns inziens niet. Persoonlijk zie ik een aantal goede redenen om aandacht aan dit onderwerp te besteden.

  1. De westerse standaardoplossing: 'maar er is toch niets na de dood?' is mij veel te simpel. Deze door de cultuur ( en waarschijnlijk voornamelijk door angst) gedicteerde 'dooddoener' is ernstig aan het wankelen gebracht. Dieper op de dood en aanverwante zaken ingaan kan een hulpmiddel zijn de belangrijkste culturele belemmeringen in het zicht te krijgen en eventueel (gedeeltelijk) weg te nemen.
  2. Het kan geen kwaad voorbereid te zijn op de dood van anderen. Zo had ik een niet-rokende, niet-drinkende vriend die op 27-jarige leeftijd tijdens een potje voetbal (hij was sportleraar) in één klap doodbleef. Tijdens de crematie voelde je het ongemak van zijn, veelal veel ongezonder levende, vrienden. Waarom hij?
    Er is iets schrijnends aan dit soort onverwachte sterfgevallen en laten we wel wezen: niemand weet wanneer zo iets gaat gebeuren.
  3. Het laatste punt en zeker niet het onbelangrijkste is dat de mens voornamelijk dingen 'vreest in de dood die hij ook in het leven vreest'. Je kunt dit psychologisch mechanisme: het in de dood 'projecteren' van angsten uit het leven gebruiken om bewuster te gaan leven en meer zelfkennis te verwerven.

Kortom je eens bezighouden met de dood geeft je mogelijkheden een bewustere houding aan te nemen ten opzichte van eigen en andermans 'vergankelijkheid'.

Stephen Levine
Stephen Levine, is een amerikaan die zich al jaren bezighoudt met stervensbegeleiding. Hij heeft in dit verband onder andere samengewerkt met Elizabeth Kubler-Ross.
Zijn benadering van de dood en het leven ligt vooral in de hierboven aangestipte, punt 3: 'zelfonderzoek en zelfkennis'.
Levine gaat ervan uit dat sterven even 'gewoon' is als geboren worden, niet iets om te verdringen. Verzet tegen de dood is nergens voor nodig en belemmert de mens een gelukkig leven te leiden. Als een voorbeeld hoe het ook kan citeert hij de Sioux-indiaan Crazy Horse, mede verantwoordelijk voor de nederlaag van Custer bij Little Big Horn: 'Vandaag is een goede dag om te sterven, want alle dingen in mijn leven zijn aanwezig.'
Dit is in een notedop het motto van 'Bewust leven, bewust sterven'. Het boek van Levine behandelt dan ook vele aspecten van het proces om de dood en de implicaties hiervan te integreren in een zinvol leven.

Geen verzet
'Lichtjes, mijn geliefde, lichtjes, zelfs wanneer het op sterven aankomt. Geen gewichtigdoenerij, geen empathie. Geen retoriek, geen vibrato, geen zelfbewuste persoonlijkheid die zijn gevierde imitatie van Christus of Goethe opvoert. En natuurlijk geen theologie, geen metafysica. Alleen maar het simpele feit van sterven en het feit van het helder licht.' Aldous Huxley

Centraal in het boek van Levine staat het opgeven van verzet. Het opgeven van verzet tegen pijn, verdriet en de angst voor de dood geeft de zieke, stervende de ruimte zich optimaal voor te bereiden.
Levine geeft hierbij wel aan dat het handig is hiermee niet tot het laatste moment te wachten. Op dat beslissende moment zou je de benodigde concentratie wel eens kunnen missen. Verzet opgeven stopt de pijn en het verdriet niet, maar geven wel de mogelijkheid er zo bewust en ontspannen mogelijk mee om te gaan. Daardoor worden pijn en verdriet minder 'beladen' ontvangen. Ontkenning en afkeuring spelen dan een minder zware rol. Onthechting is het uiteindelijke resultaat van dit proces. In feite zegt Levine is totaal openstaan voor het leven de beste voorbereiding op sterven. Het opgeven van beperkende levensmodellen en het orde op zakenstellen zijn hierbij voorwaarden. Levensmodellen zijn tenslotte vaak gebaseerd op het lichaam en nemen dus het lichamelijke, het vergankelijke als leidraad.
Levine vraagt zich in dit verband af: wie sterft er eigenlijk? Als we de geboorte als een absoluut begin zien, zijn we geneigd de dood als een absoluut einde te zien. Een opvatting die Levine niet deelt. De 'oorspronkelijke ruimte' (term uit het Zen-boeddhisme), de eeuwige kern van de mens, blijft bestaan. Dit is een meer cyclische benadering.
Dood en geboorte zijn onderdeel van het eeuwige creatieve proces. Dit in tegenstelling tot de standaard westerse lineaire levensopvatting dat geboorte het begin en de dood het einde is.
Vanuit deze basisstellingname behandelt Levine onder andere: - geboren worden - werken met pijn - de naderende dood - je zelfbeheersing laten varen - zelfmoord - stervensstadia - het ogenblik van het sterven - hiernamaals - meditatie.
Met een soort 'eenvoudige' wijsheid worden deze onderwerpen aangesneden en in het verlengde van elkaar gelegd. Het boek is duidelijk een geheel en doorleefd.

Een veelzijdig boek
Het boek is geschreven voor iedereen die zich met deze problematiek wil bezighouden. Personen die uit hoofde van hun beroep in aanraking komen met ziekte, pijn en dood kunnen er waardevolle adviezen uithalen om professionaliteit samen te laten gaan met 'mededogen'. Dit mededogen is volgens Levine tegengesteld aan medelijden, want medelijden drukt weerstand uit. Anderen kunnen er door gestimuleerd worden op een meer open manier met zieken, stervenden en de eigen 'lichamelijkheid' om te gaan.
En voor allen geldt dat het boek wijst op de (nog) niet geïntegreerde aspecten van het leven. Het is in die zin dan ook zeker, paradoxaal genoeg, een boek dat oproept meer en bewuster te gaan leven.
Hulpmiddelen hierbij zijn de als aanvulling op de tekst opgenomen oefeningen, meditaties en geleide fantasieën in het boek. Deze (zowel voor anderen als voor jezelf te gebruiken) oefeningen maken het boek, ook tot een soort werkboek.
Levine gaat niet uit van één levensbeschouwing maar hij laat zich inspireren door onder andere de 'Soefiwijze' Moela Nasruddin, het Taoisme, de Amerikaanse Indianen maar ook door gedichten van Erica Jong en Robert Bly.
Deze veelzijdigheid van inspiratiebronnen leidt tot een weinig dogmatische benadering.
Dit is natuurlijk geheel in overeenstemming met de teneur van het boek. Want 'het individu' staat centraal, niet de idee.
Als afsluiting van het boek heeft Levine een lijst met muziek opgenomen, die zowel klassieke muziek, synthesizermuziek en New age muziek bevat. In deze lijst werk van b.v. Tony Scott, Chopin, Paul Horn en Carl Orff.

Een aanrader
'Bewust leven, bewust sterven' van Stephen Levine is wat mij betreft een aanrader.
Het enige dat me in negatieve zin opviel in het boek is de soms wat rammelende vertaling. Zinnen die 'direct' uit het Engels in het Nederlands omgezet zijn, missen soms een eenduidigheid die een wat vrijere vertaling wel kan hebben. Om bijvoorbeeld 'the grim reaper' te vertalen als 'de grimmige maaier' gaat mij te ver. Daar zou ik 'Magere Hein' van maken of in ieder geval iets dat in het Nederlands een bekende uitdrukking is. Maar dit minieme kritiekpuntje is dan ook alles.
Uitstekend. Servire moet vooral doorgaan wat oudere boeken (net als het 'Atman- project') te vertalen.

JAN SPRONG


©St. NoPapers

Terug naar overzicht