Indiana Jones bestaat en heet Graham Hancock


Graham Hancock:
'Het Teken, Het Zegel en de Wachters'

Het behoort tot een van de verdiensten van uitgeverij Tirion om regelmatig boeken uit te geven over, ik zal het ruim formuleren, niet alledaagse onderwerpen. Of het nou gaat over profetieën, de graal, de Tempeliers, de vrijmetselarij, de Dode Zeerollen of de Katharen, gezien de regelmaat waarmee de uitgever boeken over deze thema's uitgeeft, is er blijkbaar een aardig groot publiek voor dit soort thema's te vinden.
Deels zal het geheime, raadselachtige karakter van de onderwerpen mede die belangstelling stimuleren, al heeft de reguliere wetenschap ze jarenlang afgedaan als obscure kennis van twijfelachtig allooi. Er zijn echter ook algemeen gerespecteerde wetenschappers die zich met het hermetisme en de gnosis bezighouden.
Umberto Eco, toch niet de eerste de beste, besteedt er in zijn wetenschappelijke uitgaven uitvoerig aandacht aan en in zijn roman 'De slinger van Foucault' is de hermetische en gnostische kennis zelfs een centraal thema.
'Het Teken, het Zegel en de Wachters; zoektocht naar de verdwenen Ark des Verbonds' van Graham Hancock heeft het belangrijkste religieuze voorwerp van de Joden tot onderwerp. Dat dit voorwerp tot de verbeelding spreekt, is ook af te leiden uit een van de succesrijke Indiana Jones- films die het tot thema heeft: 'Raiders of the Lost Ark'. Waarschijnlijk om zijn critici voor te zijn, noemt Hancock de film in zijn boek enkele malen en eerlijk is eerlijk: hoewel het verhaal van de film en het boek niks met elkaar te maken hebben, doet de manier waarop de auteur verslag doet van zijn speurtocht in spanning niet onder voor de film.
De Ark van het Verbond (niet te verwarren met de ark van Noach) was een kleine rechthoekige kist van ongeveer een meter vijfentwintig lang en vijfenzeventig centimeter breed en hoog. De kist was gemaakt van acacia-hout en bedekt met zuiver goud. Het deksel op de kist was van puur goud, evenals twee cherubs (engelen) aan beide einden van het deksel.
De Ark werd gemaakt na de bevrijding van de Israelieten uit Egypte door Mozes, gedurende de veertig jaar durende zwerftocht van het volk door de woestijn. In de kist werden enkele bijzondere voorwerpen bewaard, waarvan de belangrijkste ongetwijfeld de twee stenen tafelen waren, waarop de tien geboden geschreven stonden.
In de bijbel wordt de Ark regelmatig genoemd en na de definitieve vestiging van de Joden in Israel kreeg de kist een plaats in de door koning Salomo gebouwde tempel. Al vrij snel na de regering van Salomo zwijgt de bijbel over de Ark, een merkwaardig fenomeen voor wie bedenkt dat het voorwerp een cruciale functie vervulde als symbool van Gods macht, door middel waarvan Hij zijn kracht openbaarde.
De mysterieuze verdwijning van de Ark en dat onverklaarbare zwijgen van de geschiedschrijvers is op zichzelf al een aanleiding voor verschillende speculaties en Hancock onderzoekt en beschrijft de verschillende mogelijkheden. Veel interessanter is echter de vraag wat er met de Ark gebeurde.
Hancock kende de geruchten dat de Ark in Ethiopië zou zijn, een land waar hij vanwege zijn werk in het begin van de jaren tachtig verblijft. Hij doet wat onderzoek maar loopt al snel vast en komt tot de conclusie dat het gerucht te weinig aanknopingspunten biedt om ernstig genomen te kunnen worden. Maar in 1989 wordt zijn belangstelling opnieuw gewekt door een beeldje van de koningin van Sheba, afgebeeld bij een voorwerp dat wellicht als de Ark kan worden beschouwd.
De koningin van Sheba (= Ethiopië) bezocht koning Salomo en volgens de overlevering keerde de koningin zwanger van Salomo terug naar haar land, al laat de bijbel zich met geen woord over deze gebeurtenis uit.
Ditmaal besluit Hancock het serieuzer aan te pakken en begint hij met het bestuderen van een grote hoeveelheid bronnen. De hoofdstukken waarin hij verslag doet van zijn bevindingen behoren tot de fascinerendste van het boek, mede door de enorme vindingrijkheid waarmee hij schijnbaar niet met elkaar verband houdende verhalen (Maria-legendes, het verhaal van De Graal, de Tempelridders en de vrijmetselarij) in relatie tot elkaar weet te brengen.
Zijn studie brengt hem uiteindelijk op het spoor van de manier waarop, de tijd waarin en de omstandigheden waaronder de Ark van Israel in Ethiopië is terechtgekomen.
Zijn speurtocht brengt hem in Israel, Egypte en tenslotte in Ethiopië zelf en met een overstelpende hoeveelheid materiaal sleept de auteur de lezer mee in zijn steeds sterker wordende overtuiging dat de Ark zich ook vandaag de dag nog in Axum, Ethiopië bevindt.
Ook Hancock's speculatieve verklaringen voor de enorme krachten en macht die aan de Ark worden toegeschreven, zijn meer dan de moeite van het kennisnemen waard en geven een geheel nieuwe betekenis aan het begrip 'Deus ex machina'.
Alles bij elkaar bestaat er aan het eind van de zoektocht geen enkele twijfel meer; Graham Hancock is er van overtuigd dat de Ark in Axum bewaard wordt. Ook al heeft hij het voorwerp dan niet met eigen ogen gezien.
'Het Teken, het Zegel en de Wachter' is een meeslepend geschreven boek voor heidenen en gelovigen en geeft zowel de scepticus als de esotericus stof tot nadenken.
Al voor de verschijning van het boek zond de NCRV twee keer de documentaire uit die naar aanleiding van 'Het Teken...' werd gemaakt en waarin Graham Hancock zelf als presentator optrad. Misschien is de Nederlandse vertaling een reden voor heruitzending en: zou het niet iets zijn om in voorkomende gevallen boek en documentaire op de videoband samen uit te brengen?

HARRY FLEURKE


©St. NoPapers

Terug naar overzicht