Speelse heksen en frivole magie


Nog altijd denken de meesten bij het woord heks aan een figuur uit een sprookje, in de gedaante van een kromgegroeid, foeilelijk oud vrouwtje, rondvliegend op haar bezemsteel en spreuken prevelend met een zwarte kat in haar kielzog.

Als zulke heksen al ooit hebben bestaan, dan waren ze dungezaaid. Maar dat heksen bestaan hebben staat vast. Sterker: ze bestaan nog steeds. Al zien ze er heel anders uit dan de heks uit het sprookje. Het zijn meestal moderne vrouwen en mannen met de meest uiteenlopende achtergronden, leeftijden en werkzaamheden die zich uit liefhebberij of overtuiging overgeven aan de verering van de natuur en van Moeder Aarde. Ze houden zich bezig met toverij en doen een heleboel dingen die strikt geheim zijn.

Het pas verschenen Heksen bestaan! van Melkor licht een flinke tip van de sluier op. Nooit eerder las ik een zo uitvoerig handboek over hekserij, ook wel Wicca genoemd of de Oude Religie. Hij legt erin uit wat heksen bezielt en hoe iemand heks wordt.
Melkor begint het boek met een korte beschrijving van zijn leven. Hierin onderging hij onder meer invloeden van katholicisme, hippies, Jehova's Getuigen en de Maytreya-cultus. In de omgeving van de Maytreya-apostel Benjamin Creme ontmoette hij de waarzegster Nimué, die hem een keer meenam naar De Poppendokter. Dat is een winkeltje in Amsterdam waar je allerlei vreemde oliën en andere geheimzinnige waren kon krijgen. Al snel nodigde Nimué hem ook uit voor bijeenkomsten van heksen. Gaandeweg raakte hij steeds dieper verzeild in de wereld die hekserij heet.

De draad van Melkors persoonlijke verhaal wordt in de loop van het boek steeds dunner. Uiteindelijk is het niet meer dan een kapstok om zijn kennis over hekserij aan op te hangen. Die is niet gering, want het boek bevat zeer uitgebreide informatie over rituelen, materialen en alles wat er bij hekserij komt kijken; bezems, koorden, kaarsen, altaren, de betekenis van de verschillende feesten, visualisaties, het aanroepen van goden, de magische cirkel, en zo zou ik nog wel even door kunnen gaan.
Wie zich door deze stortvloed van informatie heenwerkt, komt tot de slotsom dat hekserij een ondogmatische en blijmoedige religie is, al gebruikt Melkor het woord religie liever niet. Bij religie moet hij teveel denken aan starre, dogmatische instituten waar alle leven en spontaniteit uit verdwenen is. En juist die levendigheid en spontaniteit vindt hij in zijn eigen geloof terug.
Hekserij is een doe-het-zelf religie. Vanwege de nadruk op individualiteit en zelfwerkzaamheid noemt Melkor het liever een hobby. Hekserij is praktisch en houdt zich niet bezig met ellenlange vertogen over hiernamaals, zieleheil en ethische kwesties. Voorop staat het genoegen dat men beleeft aan de samenkomsten, de omgang met de krachten van de natuur en de invloeden van toverij.

Hekserij is natuurlijk niet zomaar een hobby, vandaar. de ondertitel 'van hobby tot levensweg'. Het is niet iets waar men lichtvaardig aan begint; wie met magie omgaat, krijgt te maken met allerlei verplichtingen en verantwoordelijkheden.
Meerdere malen wijst Melkor erop dat heksen uitermate evenwichtige individuen moeten zijn, willen zij zichzelf en anderen geen schade berokkenen. Niet iedereen is in staat het moeilijke pad van de heks tot het eind toe te bewandelen. Heksenclubs of covens kennen verschillende graden van inwijding, en veel beginners haken al af nog voor zij er goed en wel bij horen.

Heksen bestaan! heeft volgens de auteur niet de pretentie volledig te zijn, want er moet wat te raden overblijven volgens Melkor. Een zekere geheimzinnigheid is immers inherent aan het heks-zijn. Toch is de informatie zo omvangrijk dat het mij ettelijke dagen kostte het boek helemaal door te werken. Mijn taaie, volhardende belangstelling voor het fenomeen kwam daarbij goed van pas. Want al doet Melkor zijn best het boek speels en onderhoudend te maken, wat mij betreft is dat maar zeer ten dele gelukt. Meestal vind ik het boek gewoon saai.
Het voornaamste euvel is dat Melkors boek meer uitlegt dan vertelt. Bijna tweehonderd bladzijden vol feitelijke uiteenzettingen over materialen en rituelen vind ik geen pretje, ook al zijn deze dingen op zich belangwekkend en ook al formuleert Melkor helder en duidelijk. De aankondiging op de achterflap dat hier humoristisch wordt geschreven, schept verwachtingen die het boek niet waarmaakt. Inderdaad relativeert Melkor te pas en te onpas, maar dat is iets anders dan humor. Een waarlijk humoristisch boek behoeft superieure stijlbeheersing, grote spitsvondigheid, psychologische diepgang en vele rake invallen.

Heksen Bestaan! bevat een hoop, maar juist deze zaken niet. Het is in de eerste plaats een nuttig en helder instructieboek voor de beginnende heks en eventueel een naslagwerk, geen kolderiek verhaal.
Wie boeken zoekt waarin humor en toverij een ideaal huwelijk aangaan, verwijs ik met plezier naar fantasy-auteurs als Terry Pratchett (De geur van Toverij), Fletcher Pratt (De hoorn van Midgard) en Douglas Adams (Het Transgalactisch Liftershandboek). Maar dus niet naar Heksen bestaan!

Als inleiding tot de Wicca is Heksen bestaan! echter wel geschikt, al hanteert Melkor wel erg ruime definities. Heb je eens zin in iets anders dan de zoveelste Joelviering, dan gooi je er even een Berber-ritueel tegenaan. Je mag ook gerust Hindoe-goden aanroepen of Egyptische entiteiten, het maakt niet uit, als het de sfeer maar opschroeft. Alle mystieke gebruiken die op deze aardbol maar te vinden zijn, mag je benutten ter leringhe ende vermaeck.
Melkor is ook geïnteresseerd in de joodse mystiek van de Kabbala; een nogal moeilijke en intellectualistische leer; niets voor een eenvoudige heks. Verder zoekt hij voorbeelden van over de hele wereld. Waar een traditionele heks zich beperkt tot het gebied waar zij werkt, zal een moderne paganist als Melkor allerlei inheemse rituelen adopteren, of ze nu in Siberië plaatsvinden, in de Amazonewouden of in Zuid-China. Wat daarbij telt is in hoeverre het exotische ritueel kan bijdragen aan de feestvreugde.

Intussen verandert de Wicca wel van karakter als je er naar believen Indiaanse, Kabylische en Egyptische riten doorheen kunt weven. Je krijgt dan een ander soort religie. Hekserij in deze vorm lijkt meer op een afspiegeling van de laatmoderne, multiculturele samenleving dan op de herleving van een oeroude Westeuropese, Keltisch getinte religie, de Wicca. De Wicca was een lokaal gerichte hekserij die tot in de achttiende eeuw nog veel voorkwam, van kruidenvrouwtjes die genazen en alles wisten van de planten, de seizoenen en de winden ter plekke.

Hedendaagse hekserij zoals Melkor die beschrijft, lijkt eerder op het late Romeinse heidendom van rond 200. Want ook deze Romeinen koppelden een eenvoudige, op de natuurkrachten gebaseerde ceremonie aan een onafzienbaar pantheon van de meest exotische goden. Je kunt het ook modern paganisme noemen, maar het komt op hetzelfde neer. Hoe verder weg en hoe buitenissiger, hoe beter het is. Allemaal prima en reuze interessant. Maar met hekserij in de oude betekenis heeft het weinig te maken.

Daarmee is Heksen bestaan! een ideaal handboek voor weekeindheksen. Voor managers die op vrijdagavond hun stropdas aan de wilgen hangen om in hun zolder of in de achtertuin te gaan hobbyen met goden en natuurkrachten.
Of voor mensen die, ik hoor het ze al zeggen, 'eens iets nieuws proberen voor de verandering' en 'al dat gegoochel wel amusant vinden'. Waar is de gepassioneerde, mysterieuze toverij van weleer gebleven?
Zelfs heksen zijn niet meer wat ze geweest zijn....

FRANK FLIPPO


©St. NoPapers

Terug naar overzicht