Rob Bekker



studies voor een drieluik, r
studies voor een drieluik, m
studies voor een drieluik, l
In het hoge café alleen
Iedereen eiland
vallen
een ritme van afrika
gedicht zonder einde van de wereld
the missing link
wereldbrandt


Deze gedichten werden eerder gepubliceerd in De Zingende Zaag


1.

zijn schoenen zijn van gras
hij moet ze water geven
's nachts wordt hij wakker als
het regent in zijn slaap

valt er een nacht een hoofd op
zijn schoenen van boven
uit de kooi dan bukt hij
en ziet niet of het van hem is

ziet niet wie er kijkt
maar dat er iemand bukt
aan de andere kant
van zijn vergrotend oog

bukt om met menie het gras
op zijn hoofd het gras
het hooi zo lang
duurt deze beweging

hij slaapt in het gras
verft het een bed
noemt het verf, krabt
en krast de boom tevoorschijn

toverschijnt het licht uit
zijn ogen, blindeert de ramen
van zijn ziel, pauzeert
in de berm, ziet het oerwoud

hakt zich een stoel, zwetende
tuinman met schoenen tot zijn knieën
hij ziet het oerwoud groeien
en zwaait al naar het gras


2.

hij heeft een gezicht van kauwgom
een zijwindgevoelig gezicht
een achter-, een zij- en een voorkant
en elk van deze halve leugens
dringt zich weg om een hoek
die ontbreekt, camouflage
spreekt verfstreken (, wie zei
dat dit was wat zij zei te zien ga toch zitten een
stoel zeg ik, zet ik, nee
doe of je zit, breek je rug)
geschilderd al voor je bestond
en die kooi is je tweede natuur


3.

hij heeft een ziel van spiegelglas
hij heeft hem slechts te leen
en strijkt er teer omheen
een barst meldt zich in regenjas

nu zal het lekken, mensenvlees
ook na een oorlog is het feest
men drinkt men eet vergeet
en dicht een zelfportret, halverwege
een trap valt er

een schaduw, nog een op een bed
meer vlees lekt in de wereld
iemand kijkt toe hoe iemand toekijkt
en denkt er drinken roken bij

hij bevindt zich hier, ja, hier, ja
hij staat in zijn tuin en belt aan


In het hoge café alleen

ik stal een beeld
smal haast doorzichtig
van morgenrozenhout
kleurde het met grote norse verf
muziek van goedgebruikte woorden

in het hoge café, alleen
aan een tafel, is het praten
met op een oor een hand
veel harder dan wanneer wij
jij vraagt wat doe je
ons gesprek voortzetten
in het hoge café, alleen

met je voeten ben je
bij me kun je schreeuwen
wat je wilt
alle woorden bij elkaar
en bij ons opgeteld
niemand snelheid geven

in het hoge zwartgeblakerde
morgenrozenhouten café

laatste regel, ik
ben er nog, ik


Iedereen eiland

een kameel aait door de woestijn
een paard is verdwaald op het ijs
mijn hoofd doet pijn aan mijn vingers

onleesbaar schrijd ik door de sneeuw
stofwolken boven de wereld

hijgen in de wind, huilen in zee
slapen op het strand, wakker
in jouw handen aan tafel, boek
verbranding in de maag


vallen

daar achter het raam werkt
voor het laatst een man, dat ben
ik zag het als jongen al

de zon laten opkomen
kabbelen, stamel en stok
struikel, strompel, mom
proberen te kruipelen
neerslag en wrijven, opstaan

om de gordijnen te sluiten

opent de man de ruimte
tussen zijn benen
wijder dan hij eerder kon
hij grijpt zich vast aan

de kleden bij het raam
laten zich meenemen naar omlaag
om hem toe te dekken


een ritme van afrika

wij zaten in een matatu en zagen
termietenhopen groeien, sliepen
van oordop tot teen, wij liepen
op gras van het kerkhof, op rode aarde
langs de snelweg
een vrouw droeg
tientallen bananen op haar hoofd
en draaide haar kont in mijn kruis

wij verkleedden ons in schaterlach
die vraagt om tandenborstels
en een slok gekookt water

in de beek waste men auto's


gedicht zonder einde van de wereld

ik wandel over een weg van vissen
maar bukken komt er niet van

ik wandel door een containerstraat
op zoek naar een huwelijkspartner

ik wandel door een supporterstrein
voor een gratis carnavalsgezicht

ik wandel tot ver voorbij de komma
door mijn verzamelde renteberichten

ik wandel langs de rand van de stad
en vind voetstappen in plaats van weiland

ik wandel met een advocaat die gelukkig
mijn graf wat verder weet te praten

ik wandel van woonplaats naar geboortedorp
en praat op de terugweg in lettergrepen

ik wankel voordat het fotoalbum
wordt opgerekt tot speelfilm met pauze

ik wankel als een tijdstiller
die het wateroppervlak doorbreekt

ik wankel van meerdere kanten aan
tegen het begrip kiezersbedrog

ik wankel maar door een wal van woorden
houd ik mij staande tot het einde van de wereld


the missing link

dat moet dan onschrijfbaar
een lamp die schijnt opeten
alsof zonder handtekening
de vingerafdruk in stof
is vermomd
als natuurspons
op de plaats van hersens
in de slangekuil

de wond waakt
de belt huilt
een menselijk
lege wereld, er
kan geen lamp meer uit

gevaar vliegt in vrouwen
met vlezige trommeltjes

carnaval der ambulances
en en minder
vervangbaar
zout naar de zee


wereldbrandt

elke atlas is verouderd, wie een boek
koopt leest het zelden, de krant door
het journaal vervangen, oordoppen
waken over de nacht

sterren tellend niet tot honderd komen
beugelflessen die de klok veranderen
naar het ritme van het bloed, wijzers
raken zoek, (....), (....), (....)

de een gebruikt een bijl, de ander schiet
in vuur en vlam en moordt


ROB BEKKER
"Speel met alle zinnen"


©St. NoPapers

Terug naar overzicht