Erik ten Have



Zeemeermin

Marian lag in bad en keek naar haar deinende borsten die een eigen leven leken te leiden evenals het donzen driehoekje met wuivende haartjes daaronder. Dat alles zou er binnenkort niet meer zijn, althans dat had ze zich voorgenomen.
Geduldig lagen er twee vlijmscherpe scheermesjes op het witte emaille. Tijdens een film had ze gezien hoe het moest, in de lengte, en in een boek had ze het nog eens goed nagelezen: "Vermits het mesje scherp genoeg is, is de pijn ondergeschikt aan een overweldigend gevoel van vrede.
Er vanuit gaande dat je echt wilt, is dit een methode die duidelijk aanbeveling verdient boven de uiterst pijnlijke zelfverbranding, het onesthetische van verhanging, de paniek bij verdrinking en het lange wachten na inname van een vermeende overdosis.
Andere technieken acht ik onbetrouwbaar of gevaarlijk voor anderen.
Kijk vooral goed naar wat je doet en probeer zoveel mogelijk te ontspannen. Zie hoe het bloed loskomt uit de aderen en zich verdunt met het warme water. Verzet je niet tegen de snel-intredende moeheid. Word niet bang, maar laat je in een eeuwigdurende slaap wiegen."
Marian vond wel dat het meer een reclamefolder leek dan een voorlichtingsboekje.
Maar als je het toch wilde doen, waarom dan niet alle voor en tegens tegen elkaar afgewogen?
Grinnikend had ze na lezing vastgesteld dat de beoordelingsschema's waar de consumentengids zich veelvuldig van bediende nog maar net ontbraken. Polsen doorsnijden in een warm bad, zou met vijf sterren op nummer één staan.
De belletjes van een wind kwamen naar boven borrelen als kookte het water plaatselijk. En tijdelijk. De laatste wind, een laatst geslaakte zucht.
O ja, dat had er ook nog gestaan: "Denk vooral niet te veel aan 'het laatste dit' of 'nooit meer dat'. In het dagelijks leven doe je dat per slot van rekening ook niet, terwijl dat vaak genoeg het geval is." Het leek inderdaad wel een aanmoediging.
Jammer dat ze alleen was. Samen zelfmoord plegen had iets romantisch. Fataal, dat wel, maar misschien juist daardoor.
Voorzichtig had ze het bij Edith, haar beste vriendin, aangestipt, maar die had het niet zien zitten. Vreemd genoeg had ze Marian er ook niet van weerhouden. Daar viel ook al niet over te praten. Laat staan dat ze een vriendje had met wie ze dit laatste, moeilijke moment kon delen. Hoewel krap, daar wilde ze nu best wat ruimte voor maken.
Plots ging de deurklink wild op en neer: "Marian, ben jij dat? Schiet eens op, zometeen komt papa thuis en je weet hoe hij is." Dat wist Marian maar al te goed.
Snel, maar beheerst pakte ze het mesje. De slagader was door de opwinding en warmte zo opgezet dat ze 'm moeiteloos tot aan haar elleboog opensneed. Een korte paniek beving haar toen ze merkte hoe het bloed zich als onstuimige wolken verspreidde.
De vermoeidheid sloeg snel toe. Toch lukte het nog om met een onwennige linkerhand dezelfde jaap in haar rechterpols te maken. Het rood was adembenemend mooi en ontnam haar het zicht op de deinende borsten en het wuivende driehoekje.
Haar ogen lieten zich vanzelf sluiten, het lichaam verslapte en verdween vrijwel geheel onder de rode zee. Mede daardoor hoorde ze het gebonk op de deur niet meer en de luide stem die riep: "Marian doe eens open, laat papa eens binnen!"
Gealarmeerd door de diepe stilte vanachter de deur, beukte de vader net zolang totdat het slot het begaf. Ontredderd tilde hij z'n dochter uit het verdunde bloed en presenteerde het slappe, felbegeerde lichaam aan z'n vrouw die met de hand voor haar mond in de gehavende deuropening stond.

ERIK TEN HAVE


©St. NoPapers

Terug naar overzicht