Milhaud; Symfonieën 1 en 2 en Suite Provençale op CD


Milhaud is een van de componisten, die dit jaar een eeuw geleden geboren werden. Deze Franse veelschrijver wachtte indertijd bewust met het componeren van symfonieën totdat hij bijna vijftig jaar oud was. Hij zou er tenslotte toch nog twaalf schrijven. De componist was actief in veel verschillende genres, schreef niet in de laatste plaats toneelmuziek. De Suite Provençale bestaat uit acht oorspronkelijk voor bij het toneelstuk Bertran de Born gecomponeerde stukjes.

Met een oeuvre van maar liefst 441 opusnummers behoort Darius Milhaud tot de meest productieve componisten aller tijden. Hij begon vroeg en werd behoorlijk oud (1892-1974), maar het blijft een niet geringe prestatie.

Milhauds muziek is onmiskenbaar Frans met een veelkleurige doorzichtigheid en ruime aandacht voor de blazers, met name de fluit. Hij behoorde enige tijd tot het spraakmakende groepje van componisten Les Six met als geestelijke vaders Cocteau en Satie. Toch zijn er ook veel andere invloeden in zijn muziek te bespeuren. Dichters, van wie hij onder meer Claudel, Jammes tot zijn vrienden mocht rekenen, en schilders hadden ook effect op zijn werk. En dan was er ook gewoon andere muziek. Claudel was in de eerste plaats diplomaat en werd als zodanig in 1916 naar Brazilië uitgezonden; Milhaud vergezelde hem daarbij. Vanaf dat moment is Zuidamerikaanse muziek een regelmatig terugkerende invloed in het werk van Milhaud, waarvan Le boeuf sur le toit en Scaramouche de bekendste voorbeelden zijn. In de eerste twee symfonieën blijft dat overigens beperkt tot een minimaal flardje.

Een andere invloed in Milhauds werk is de jazz, waarmee hij in eerste instantie in 1920 in Londen kennismaakte. Het reizen zat hem echter - ondanks toenemende invaliditeit - in het bloed en een paar jaar later reisde hij naar de Verenigde Staten van Amerika om de jazz in bijvoorbeeld Harlem te horen. Ondanks deze nieuw-geïntroduceerde elementen in zijn muziek had Milhaud ook veel respect voor de oude vormen. Dat was voor hem een van de redenen om zo lang te wachten met die symfonieën. Hij wilde die vorm als het ware opnieuw en zo inventief mogelijk invullen. Dat doet hij door veel variatie in de thematiek aan te brengen en ook door poly-tonaliteit. Die poly- tonaliteit, het in feite in twee of meer verschillende toonsoorten tegelijk schrijven, werd al vroeg een soort handelsmerk van hem. In alle werken op de CD is dat ook te horen. Er ontstaan diverse lagen, die alles en niets met elkaar te maken lijken te hebben. Het effect werkt soms boeiend, soms vervreemdend.

Symfonieën
Milhaud had zichzelf aanvankelijk beloofd voor zijn vijftigste geen symfonie te schrijven, maar in 1939 kwam er een opdracht van het Chicago Symfonie Orkest voor een symfonie ter gelegenheid van hun vijftigjarig bestaan. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wierp tijdelijk een schaduw over het project, maar in oktober 1940 dirigeerde de componist zelf de première. Deze kontakten maakten het overigens voor hem mogelijk vervolgens (hij was Joods)met zijn familie uit te wijken naar de VS, waar hij tot 1947 verbleef. Inmiddels had hij toen ook zijn tweede symfonie al geschreven, deze keer in opdracht van de Koussevitzky Stichting. In die tweede symfonie, zijn behalve nog steeds typisch Franse trekjes ook enkele passages met een Amerikaans smaakje (à la Copland) te ontdekken.

Deutsche Grammophon is gestart met een serie van onbekende Franse muziek en deze Milhaud-CD is de eerste binnen dat kader. Dirigent Michel Plasson is gespecialiseerd in Franse muziek uit de 19de en 20ste eeuw en dus bij uitstek geschikt om betrokken te zijn bij een dergelijk project. Het Orchestre du Capitole de Toulouse klinkt onder zijn leiding prachtig helder en de opname zorgt voor het juiste perspectief. Vooral voor de symfonieën is dat erg belangrijk, omdat daarin vaak de afwisseling van kleine met grote groepen instrumenten voorkomt. Die kleine klinken intiem zonder te verdrinken in de ruimte en de grote krachtig zonder te overdonderen. De samenspraak binnen het orkest verloopt steeds heel vanzelfsprekend. Ook wanneer het ensemble opgedeeld is in verschillende lagen blijft de samenhang in tact terwijl zich een boeiend lijnenspel ontrolt binnen de muziek, die overigens nooit voorspelbaar is. Beide symfonieën bieden in deze levendige uitvoeringen de rijkdom aan kleur, stemming en contrasten, die een voorwaarde vormen voor de muziek om zich te profileren. Daarnaast wordt er met hoorbaar enthousiasme gespeeld.

Suite Provençale
De toneelmuziek, die de Suite Provençale eigenlijk was, biedt een wat andere kijk op de componist Milhaud. Hoewel dit nog niet in de categorie 'gekke muziek' ondergebracht kan worden, is het beslist leuk om te beluisteren. Van de originele oude Provençaalse thema's is niet zo heel veel meer over, maar een echte parodie is het ook niet. Voor de goede luisteraar levert het eerste deeltje, Animé, overigens nog een verrassing. Als deze muziek niet uit 1936 dateerde, was ik er zeker van geweest, dat Milhaud de tune van de televisie-serie Dallas (of was het toch Dynasty?) had genomen en daar een paar flinke ritmische trucjes mee had uitgehaald. De overeenkomst is frappant! Andersom is nauwelijks voor te stellen. In deze reeks beeldende korte stukjes horen we Milhaud als bekwaam instrumentator, als parodist (toch wel een beetje, met al dat moduleren in deeltje 4, Vif), als melodist en als archaïst. Deze blije, vrij gemakkelijk toegankelijke muziek straalt je tegemoet in deze uitvoering. Als dit de standaard voor de hele serie is, kunnen we nog veel luisterplezier verwachten.

Priska Frank


©St. NoPapers

Terug naar overzicht