Lucia di Lammermoor: waanzinnig (en) mooi


Gaetano Donizetti; wie een beetje thuis is in muziek associeert deze componist onmiddellijk met opera, Italiaanse romantische opera om precies te zijn. Hoewel hij inderdaad enige tientallen opera's schreef, zijn er nog veel meer werken van zijn hand waaronder heel veel liederen, cantates, religieuze muziek, kamermuziek (strijkkwartetten!), stukken voor piano inclusief een aantal voor vier handen. Toch geniet Donizetti (vrijwel) uitsluitend bekendheid vanwege zijn opera's als Anna Bolena, L'elisir d'amore, La favorite, Don Pasquale en Lucia di Lammermoor.

Donizetti (1797-1848) had als kind in een heel arm gezin zonder muzikale achtergrond in Bergamo niet zo'n voor de hand liggende start om componist te worden. Maar, hij had geluk want Johannes Simon Mayr, een vooraanstaand muziekpedagoog en operacomponist in Bergamo had een liefdadigheidsinstelling zover gekregen een gratis muziekschool te openen om jonge koorzangers te trainen en een goede muzikale ondergrond te geven. Gaetano behoorde daar tot de eerste lichting studenten en volgde er tussen 1806 en 1814 onderricht dat hem in contact bracht met allerlei soorten muziek. Hij was een briljante leerling; zo zelfs dat Mayr persoonlijk bijdroeg in de kosten van een twee-jarig verblijf in Bologna om contrapunt te studeren bij Padre Mattei. Vanaf 1817 terug in Bergamo ging Donizetti zich met opera bezig houden, waarbij hij ook toen al heel snel kon werken. De echte start van zijn carrière vond plaats in Rome in 1822 met Zoraida di Granata, dat een groot succes werd, waarna een contract voor Napels volgde, waar vandaan Rossini op het punt stond te vertrekken. Vervolgens schreef Donizetti jaarlijks twee tot vijf opera's van verschillende omvang behalve voor Napels ook voor Milaan, Rome, Palermo en Genua. Rossini's invloed is tot en met Anna Bolena (1830) goed hoorbaar naast zijn toch wel eigen en meer natuurlijke stijl. Helaas zijn veel libretti van een gering gehalte waardoor de opera's als geheel ook geen blijvende successen werden. Anna Bolena was dat echter wel; de opera werd zelfs in Londen en Parijs uitgevoerd en is daarmee een keerpunt in zijn carrière. In 1835 wordt Donizetti door Rossini uitgenodigd naar Parijs, waar hij kennis maakte met de Franse 'grand opéra' van onder meer Meyerbeer.

Romeo en Julia
Na zijn terugkeer schreef hij Lucia di Lammermoor voor het Teatro San Carlo in Napels als onderdeel van een contract voor drie opera's voor dit theater. De première had in juli zullen zijn, het libretto uiterlijk vier maanden eerder bij de componist (onderwerp en librettist werden door het theatermanagement uitgezocht), maar het liep anders. Het onderwerp zou The bride of Lammermoor (1819) van Walter Scott zijn, maar het duurde even voordat Salvatore Cammarano het gereed had. Donizetti gaf echter weer een staaltje van hoog tempo door toch al op 6 juli klaar te zijn, maar vanwege financiële perikelen van het theater vond de première uiteindelijk pas plaats op 26 september 1835 en werd een groot succes. Cammarano was op dat moment nog een beginner, maar zou later in zeven andere opera's met de componist samenwerken. Voor Lucia handhaafde hij alleen de meest noodzakelijke dramatische handelingen.

Het verhaal speelt zich af in Schotland aan het eind van de zestiende eeuw toen protestanten en katholieken tegenover elkaar stonden. De protestantse Ashtons danken hun positie aan de steun van Willem van Oranje; de familie Ravenswood maakt legaal aanspraak op de Ravenswood landgoederen, maar in het libretto blijft de historische achtergrond vaag. Tegen dit decor speelt zich de zoveelste versie van het verhaal van Romeo en Julia af. Henry (Enrico) Lammermoor wil zijn zuster Lucy (Lucia) om politieke redenen uithuwelijken aan Arthur Bucklaw, maar zij en aartsvijand Edgar Ravenswood houden van elkaar. Ze beloven elkaar trouw en Edgar vertrekt naar Frankrijk. Henry onderschept vervolgens zijn brieven aan Lucy en toont tevens met een valse brief diens ontrouw aan. Lucy dan stemt tegen haar zin alsnog in met een huwelijk met Arthur. Vlak na de ceremonie verschijnt Edgar echter. Lucy vermoordt haar nieuwe echtgenoot (off-stage!), wordt waanzinnig en sterft tenslotte. Als Edgar hiervan hoort slaat hij de hand aan zichzelf. Einde verhaal.

Hoewel de achttiende-eeuwse opera seria traditioneel nog een happy end had, is de romantische opera seria realistischer. Vroeg in het verhaal voegde men graag een episode in, waarmee de tragische afloop al voorspeld wordt. In Lucia vertelt de hoofdpersoon dan ook over een verschijning in het water van een fontein, dat vervolgens bloedroood kleurt. Zoals vaak in Italiaanse opera's, zijn de personen geheel vervuld van hun emoties: het is allemaal heel zwart-wit en we verwachten eigenlijk niet anders. Het is niet zo vreemd dat waanzin veelvuldig in de negentiende-eeuwse Italiaanse opera voorkomt: het is een laatste redmiddel (naast de dood) om ondragelijke situaties met name na teleurstelling in de liefde te ontvluchten. De waanzinscènes van Lucia en Bellini's (1801-1835, de andere Italiaanse romantische componist) Elvira in I Puritani met eveneens een Schots onderwerp met elkaar te vergelijken is bijna onontkoombaar. Beide coloratuurpartijen hebben een sterk dramatisch karakter, Elvira is misschien nog iets overtuigender, maar/want sterft daarna niet. Toch was Lucia lange tijd voornamelijk een tenoren-opera, maar met name Callas in de titelrol heeft daar verandering in gebracht. Donizetti maakte in 1839 een vereenvoudigde en aangepaste partituur om de Franse vertaling te zetten. Hoewel deze versie inferieur is aan de Italiaanse, werd het werk zo wel Frans 'nationaal bezit', waarmee Donizetti's vooruitgeschoven positie onder zijn tijdgenoten definitief werd bevestigd. Na Lucia heeft Donizetti nog in verscheidene steden, waaronder Parijs gewerkt. Daar werd na een moeizame start bijvoorbeeld La favorite (1840) een repertoirestuk. De componist had zich voorgenomen om in Parijs zoveel te verdienen dat hij daarna op zijn lauweren kon rusten zoals ook Rossini dat had gedaan, maar zijn gezondheid verslechterde en hij stortte zich juist op zijn werk. Dirigeerde onder andere in Wenen Rossini's Stabat Mater, kreeg de post van Kapellmeister aan het Oostenrijkse hof in 1842. Vanaf 1845 werden zijn zowel geestelijke als lichamelijke aftakeling duidelijk: Donizetti bracht een tijd door in een sanatorium in Parijs, werd de laatste paar maanden door vrienden verpleegd. Een door syfilis ontstane afwijking aan de wervelkolom was de oorzaak van dit ziektebeeld.

Opname
De produktie van Lucia di Lammermoor die op Deutsche Grammophon verscheen is in alle opzichten een aanrader. Ook al voordat Cheryl Studer deze hoofdrol zong, was ze gedoodverfd als de nieuwe Callas, en hoewel zij qua temperament en stemsoort toch beslist veel van elkaar verschillen, zit er zeker in deze rol wel iets in die vergelijking. Hoe dan ook, een heel jong maar absoluut niet naïef klinkende Studer maakt van Lucia een vrouw van vlees en bloed van wie de reacties op haar onfortuinlijke lot (min of meer) acceptabel zijn. Technisch is wat ze doet indrukwekkend in moeiteloos gezongen coloraturen en een goede verstaanbaarheid.

De drie belangrijkste mannenrollen zijn prima bezet met Juan Pons als een verrukkelijk klinkende Enrico. Plácido Domingo weer eens terug in een echte tenorenrol, waarbij hij nu toch de topnoten een beetje knijpt, maar verder vertolkt hij Edgardo heel expressief. Fernando de la Mora als Arturo klinkt ook uitstekend in deze iets kleinere rol, al zou hij soms wat vloeiender mogen zingen. Raimondi, de kapelaan, wordt werkelijk voorbeeldig gezongen door Samuel Ramey: wat een schitterende volle en donkere bariton. Tenslotte mogen ook Jennifer Larmore als Alisa en Anthony Laciura als Normanno er zijn.

De totale produktie met het London Symphony Orchestra en Ambrosian Opera Chorus staat onder leiding van Ion Marin. Deze jonge Roemeense dirigent (1960) was onder meer Abbado's assistent in Wenen bij de opera en trad al op in bijvoorbeeld London, San Fransisco en de Met in New York. Hij heeft dus zijn sporen in de opera al verdiend en dat is goed te horen. Alles verloopt soepel en is goed in balans (de heren technici krijgen daarvoor bij deze ook een pluim). Pizzicati in de strijkers willen nog wel eens rommelen, maar dat zijn details uit een groter geheel, dat op een zeer hoog niveau staat en na enige malen beluisteren zeker nog boeit.

PRISKA FRANK


©St. NoPapers

Terug naar overzicht