Uit het archief
"Stalin is er niet meer, maar tirannen zijn er nog genoeg"


Sinds de val van het Sovjet Imperium zijn er kolossale archieven opengesteld voor nieuwsgierige journalisten en gruwelbestendige historici. Tegenwoordig profiteren ook CD-producenten van de 'glasnost', de politiek van 'openheid'. Jeff Joneikis van het kersverse amerikaanse label 'Russian Disc' heeft zich ten doel gesteld waardevolle radio-opnames uit het tijdperk van de Koude Oorlog op CD te zetten en zodoende te behoeden voor de eeuwige vergetelheid. Er zijn talloze componisten waar wij hier in het Westen door toedoen van Stalin en consorten nog nooit van hadden gehoord: wie kent de Azerbeidjaanse componist Karajev, wie had er wel eens wat gehoord van Sjostakovitsj' leerling Vainberg, wie wist van het bestaan van een zekere Artjomov? Deze componisten krijgen allen dankzij Russian Disc alsnog een kans op zich een plaatsje te verwerven in de muzikale canon.

Naast dergelijke onbetreden terreinen brengt Russian Disc ons ook een groot aantal CD's met wat bekender werk: de drie pianoconcerten van Sjtsjedrin, symfonieën van Schnittke, en het meer 'klassieke' repertoire, zoals composities van Beethoven, Brahms en Tsjaikovski. Onlangs werd een CD uitgebracht met de symfonieën nr. 9 (1945) en 14 (1969) van Sjostakovitsj uitgevoerd door resp. het USSR Symfonie Orkest onder leiding van David Oistrach en het Moskou Kamerorkest onder leiding van Rudolf Barsjai. Hiermee zijn twee bijzonder interessante werken van Sjostakovitsj samengebracht: de kort-maar- krachtige, en satirische Negende (een echt waagstukje); en de pessimistische Veertiende, welke Sjostakovitsj beschouwde als zijn belangrijkste symfonie.

Eerbetoon voor Stalin
Sjostakovitsj bezat de dubieuze gave de 'verkeerde toon' aan te slaan op het verkeerde moment. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog schreef hij de Zevende symfonie die als 'optimistisch' werd beoordeeld. Waarom schreef Sjostakovitsj een optimistische symfonie? Was er reden voor optimisme toen Hitler Moedertje Rusland plat liep? Aan het eind van de oorlog schreef hij een tragische symfonie, de Achtste. Waarom? De fascisten waren de pan in gehakt. Voor rechtgeaarden was er dus alleen reden tot vreugde; treurigheid bij de overwinning van het Rode Leger werd hoogst ongepast en uiterst verdacht gevonden.

Met de Negende was het al helemaal mis. Dat was onder andere te wijten aan het historische feit dat Stalin nog net zoveel verstand van muziek had dat hij wist dat het nummer 9 een zekere glans aan een symfonie diende te geven. Stalin rekende dan ook op een groots, monumentaal werk voor een fenomenaal orkest, een ontzaglijk koor en vele solisten. Daarbij kwam nog dat Sjostakovitsj dacht iedereen een rad voor de ogen te kunnen draaien door aan te kondigen dat hij met een apotheose voor Stalin bezig was:

"Ik wilde ze te slim af zijn. Maar dat liep verkeerd af. Toen mijn Negende gespeeld werd, werd Stalin verschrikkelijk kwaad. Hij voelde zich in zijn edelste gevoelens gekwetst, omdat er geen koor was en geen solisten. En er was geen apotheose, en zelfs niet het minste eerbetoon. Het was gewoon muziek waar Stalin weinig van begreep en van een twijfelachtige inhoud."

Maar het probleem was dus eigenlijk dat Stalin net iets te veel van muziek begreep. Het zal de lezer die de Negende kent ook niet verwonderen dat Stalin uit zijn vel sprong. De symfonie biedt potsierlijke passages die ongetwijfeld meer in de richting van Stalin's muzikale verwachtingshorizon kwamen. Het potsierlijke wordt echter met zoveel groteske spot gebracht, en zo sterk gecontrasteerd met zwaarmoedigheid, dat de luisteraar die in plaats daarvan een ode op zijn persoon verwacht, inderdaad knap nijdig kan worden. Voor de gevolgen van Sjostakovitsj' waagstukje leze men het spraakmakende boek "Getuigenis", herinneringen van Sjostakovitsj opgetekend door Solomon Volkov.

Schadelijke invloed van muziek
"Getuigenis" biedt naast een relaas over de schrikbarende repressie in de Sovjetunie, ook een helder inzicht in het onontkoombare conflict tussen Sjostakovitsj' ideeën en de domme, propagandistische opvattingen die de autoriteiten over kunst hadden. Stalin's rechterhand Zjdanov had een ijzeren greep op het culturele leven in de Sovjetunie. Zijn beruchte esthetiek was wet: muziek diende schoonheid en verfijning te brengen. Sjostakovitsj over de dissident- componisten: "Terwijl onze muziek grof en vulgair was. Het luisteren ernaar verstoorde zonder twijfel het psychofysiologische evenwicht van de mens. Bijvoorbeeld van zo iemand als Zjdanov." Als aartsconservatieve regimes ergens voor beducht zijn, dan is het wel een verstoring van evenwichten. Te veel Russische kunstenaars brachten geen schoonheid en verfijning, maar vergiftigden daarentegen de sovjetjeugd met de verdorven en verpestende geest van hun werk, aldus Zjdanov.

De Veertiende symfonie ging in 1969 in première. Zjdanov heerste toen niet meer. Maar zijn mening over muziek als die van Sjostakovitsj des te meer. Ook in deze symfonie is weinig plaats voor Zjdanov's oubollige idealen. De opzet van de symfonie vol waanzin en diepgegrond pessimisme is eigenlijk die van een cyclus orkestliederen. De teksten zijn van een bonte verzameling dichters en handelen allemaal over het thema de dood en over de grote leegte die daar op volgt. Sjostakovitsj weet zijn boodschap in deze muziek zeer indringend over te brengen, en ongetwijfeld kan geen enkele luisteraar zich onttrekken aan het ondermijnende karakter voor het "psychofysiologisch evenwicht". Want het klopt, waar Zjdanov voor waarschuwde: het tast uw zenuwgestel inderdaad aan als u al te goed luistert naar deze muziek.

Hoesten, proesten, kuchen, blazen, snuiven
De interpretaties van resp. David Oistrach en Rudolf Barsjai zijn beide prima. Alleen op de kwaliteit van de uitvoering van de Negende valt het een en ander aan te merken. De interpretatie van Oistrach heeft precies wat het werk nodig heeft: ze is humoristisch, geamuseerd, bespottend; maar tegelijk is duidelijk dat het een gevaarlijk spel is dat gespeeld wordt. Daar staat echter tegenover dat het pompeuze soms met te weinig ironie gebracht wordt. De interpretatie is over het geheel gezien gelukkig weinig melodramatisch; hinderlijk is echter de sentimenteel 'zwabberende' fluitist in het tweede deel. Het presto wordt te langzaam gespeeld en het had bovendien iets spannender gemogen. Jammer dat het beroemde USSR Symfonie Orkest bij deze live-uitvoering niet in vorm lijkt te zijn geweest. Vooral de koperblazers maken er hier en daar een potje van. Het is niet een net afgewerkte uitvoering.

Over de uitvoering van de Veertiende kan men daarentegen wel tevreden zijn. De ster van deze opname is Galina Visjnevskaja. Haar smartelijke, vlammende vertolking van b.v. 'Lorelei' maakt diepe indruk. Vol overgave zingt ze in dit schitterend gedicht van Guillaume Apollinaire de partij van de heks Lorelei. Het lied begint met een opgewonden dialoog tussen Lorelei en een bisschop. De bisschop wordt op slag verliefd op haar, net als een ieder die Lorelei in de ogen ziet. Lorelei is echter de waanzin nabij, omdat haar geliefde naar een ver land vertrokken is. In de hoop haar ziel te kunnen redden stuurt de bisschop haar, onder begeleiding van drie ridders, naar een klooster. Onderweg haalt ze haar escorte over vanaf een rots nog éénmaal een blik te mogen werpen op haar kasteel aan de Rijn. In een vlaag van verstandsverbijstering denkt ze in de verte een schip met haar geliefde te zien en stort zich van de rots. Visjnevskaja brengt de extatische hysterie van Lorelei met grote overtuigingskracht. Zowel het kamerorkest als de solisten zorgen voor een uitvoering van de Veertiende die nog lang pijnlijk zal nabranden in de hersenen van de luisteraar.

Kritiek leveren op de kwaliteit van een historische opname heeft niet zoveel zin, zeker niet als het dan ook nog eens een live-opname betreft. Toch dient opgemerkt te worden dat de CD een breed scala biedt aan verschillende soorten hoest: droge hoest, produktieve hoest, geschraap, en gerochel - blijkbaar werden de opnames gemaakt in een vrij koud en extreem vochtig jaargetijde. Wilt u het gekuchel vermijden dan is een nieuwe opname door Haitink aan te bevelen, waarin de gedichten in de oorspronkelijke talen gezongen worden (een opvoeringswijze die door Sjostakovitsj goedgekeurd werd). Met name het Spaans in de gedichten van Lorca klinkt echter wat te warme in combinatie met de kille, grimmige muziek. Perfect voor de Veertiende is Rostropovitsj. Voor goede uitvoering van de Negende kunt u het best terecht bij Rosjdestvenski.

JèMELJAN HAKEMULDER

Geciteerd werd uit: Volkov, S. Getuigenis; Herinneringen van Dmitri Sjostakovitsj.
Amsterdam: De Arbeiderspers, 1981.


©St. NoPapers

Terug naar overzicht