Messiaen, de leeuw en God


Fantastisch, prachtig, de volle klankenpracht van het mysterie daalde neer over het talrijke publiek van Vredenburg. Reinbert de Leeuw dirigeerde de Nederlandse première van 'Eclairs sur l'au-delà...' van Messiaen met een intensiteit en een voorstellingsvermogen die dit werk absoluut nodig heeft. 85 minuten lang concentratie en verbijstering over de diversiteit en inventiviteit van dit magistrale orkestwerk.

'Eclairs sur l'au-delà...' (lichtstralen op het hiernamaals) is de zwanezang van Messiaen. De componist die in 1992 gestorven is, werkte van 1987 tot 1991 aan deze partituur in opdracht van The New York Philharmonic en de dirigent Zubin Mehta. Het werk bestaat uit elf delen die volgens de weduwe van de componist; Yvonne Loriod, gezien moeten worden als "een serie meditaties omtrent het hiernamaals en het hemels Jeruzalem".

Messiaen heeft zich altijd aangetrokken gevoeld tot het mystieke in het katholieke geloof. Een groot aantal werken getuigt hiervan. Ook de natuur en met name vogelgeluiden zijn voor Messiaen altijd een enorme inspiratiebron geweest. Vogels zag hij als bemiddelaars tussen God en de wereld. Zo heeft hij vele vogelgeluiden genoteerd en gebruikt in onder andere 'Eclairs sur l'au-delà...'. Voor de enorme bezetting die dit opus vraagt, is het Radio Symfonie Orkest aangevuld met leden van het Radio Filharmonisch Orkest. Echter dit overcomplete arsenaal klinkt zelden tegelijk. De elf delen worden in zogenaamde groepen gespeeld. Het eerste deel 'Apparition du Christ glorieux' is een langzaam koraal gespeeld door de hout- en koperblazers. Buitengewoon majestueus, zeer langzaam en krachtig wordt 'de mensenzoon' zichtbaar. Het tweede deel 'la Constellation du Sagittaire' gaat over het sterrenbeeld Boogschutter. Verschillende muzieken in steeds andere orkestgroepen worden geïntroduceerd, gevarieerd en herhaald. In dit deel klinken ook enkele vogelgeluiden in de fluiten.

'L'Oiseau-Lyre et la Ville-Fiancée' (deel drie) introduceert het geluid van de grote liervogel. Bij het paringsritueel van deze enorme vogel vormen de opgerichte staartpluimen een lier; de lier als symbool voor muziek, de liervogel als 'Bruid uit de openbaring'. De geluiden gespeeld door het koper spreken tot de verbeelding en laten geen twijfel over de grootte en de pracht van deze vogel en het ritueel. Plechtig, statig en vurig tegelijk. Deel vier 'Les élus marqués de sceau' representeert de vier engelen die de vier winden van de aarde in bedwang houden. Verschillende klanklagen klinken en kleuren, de harmonieën worden steeds complexer, vogelgeluiden uit verschillende windstreken zingen hun lied.

De absolute topper in dit orkestwerk was deel vijf 'Demeurer dans l'Amour'. Een lange, langzame frase van de strijkers. Vol verlangen, vol kleur, tederheid en zacht. De liefde voor God wordt hier op een buitengewoon ontroerende manier weergegeven. Reinbert de Leeuw gaf zich met zijn volle gewicht over aan de vloeiende stroom van geluid. Deel zes 'Les sept Anges aux sept trompettes' spreekt voor zich, zeven engelen met zeven trompetten. Het getal zeven wordt uitgespeeld door hoorns, trombones, fagotten en slagwerk. De grote trom dendert hier steeds met drie slagen per keer doorheen. Dit deel was behoorlijk schrikken na de zaligheid van de hemelse liefde. 'Et Dieu essuiera toute larme de leurs yeux...' God zal ons troosten verklankt door harmonieën in houtblazers en strijkers. Signalen door hoorn en fluiten. Geen noodkreet maar meer een uitroep die, getemd door de zekerheid gehoord te worden, mild van karakter is.

Deel acht heet 'Les Etoiles et la Gloire' en is het langste in het werk. Alle motieven, klanken en kleuren worden verenigd in dit deel. Zo klinken de liervogel en andere vogelgeluiden opnieuw. Deel negen 'Plusieurs oiseaux des arbres de Vie' laat een enorm aantal vogelgeluiden horen met op de achtergrond een triangel. Het een na laatste deel 'Le chemin de l'Invisible' is een ware graaf, klim en veldtocht. De spanning in dit deel was niet optimaal, de enorme lengte van 'Eclairs' ging de Leeuw wellicht parten spelen. Het laatste deel 'Le Christ, lumière du Paradis' doet weer denken aan het vijfde deel over de liefde. De prachtige lange lijnen van de strijkers in een bedding van de triangel. Het steeds herhalen van de frase verbeeldt een oneindigheid die tot in het allerdiepste reikt. Adembenemend..... Daverend was dan ook het applaus en zeer terecht. Orkest en dirigent hebben dit omvangrijke werk tot een geheel gemaakt en daarbij een enorme concentratie opgebracht. De Leeuw tilde de partituur in de lucht, een prachtige geste.

KATJA BROOIJMANS


©St. NoPapers

Terug naar overzicht