Michael Murray speelt Louis Vierne


Op het label Telarc verscheen onlangs een CD met de eerste symfonie op. 14 (1899) en de derde symfonie op. 28 (1912) voor orgel van Louis Vierne (1870-1937).

Louis Vierne is een componist die vooral bekend is door zijn orgel- oeuvre. Zijn andere werken, waaronder nogal wat kamermuziek, genieten jammer genoeg nauwelijks enige bekendheid. Vierne moet men plaatsen in de lijn César Franck, Ch. M. Widor. Tot Viernes leerlingen behoorde o.a. Maurice Duruflé. Korte tijd had Vierne les van Franck wiens composities en improvisatiekunst hij hoogschatte. Na Francks overlijden in 1890 kwam Vierne in de orgelklas van Charles Marie Widor.

De zes symfonieën van Vierne die hij voor orgel schreef zijn interessanter dan de tien die Widor voor dit instrument schreef. Ze zijn vooruitstrevender van klank: het harmoniegebruik is 'moderner' en geraffineerder dan bij Widor. Daarom sluit de muziek van Vierne eerder op die van César Franck aan.

De eerste en derde symfonie liggen wat ontstaan betreft zo'n dertien jaar uit elkaar en dat is goed te horen. De fraaie eerste symfonie klinkt wat 'behoudender' dan de derde symfonie, dat m.i. een absoluut meesterwerk is.

De Amerikaanse organist Michael Murray, die beide werken speelt, koos voor het Cavaillé-Coll orgel te Rouen. Met de keuze voor dit instrument en zijn interpretatie is deze uitgave een schot in de roos.

Michael Murray studeerde o.m. bij Marcel Dupré, de fameuze Parijse organist en componist, en heeft als organist een indrukwekkende staat van dienst. Daarnaast schreef hij ook nog een biografie over zijn oud-leermeester Dupré en een boek over de muzikale aspecten van het leven van Albert Schweitzer. Murray is een overtuigend pleitbezorger van de muziek van Vierne. Zijn spel getuigt van grandeur en hij neemt de tijd om Viernes muziek in de royale ruimte van de Saint Ouen te Rouen te laten klinken: zijn tempi zijn rustig, voor sommigen misschien een fractie te rustig. Ik vind die tempokeuze echter heel bevredigend. De soms ingewikkelde muziek van Vierne is er uitstekend door te volgen.

De opnametechniek van deze produktie is heel goed. De opname is mooi doorzichtig en heel breed van klank. Dat het spel van Murray zo mooi en duidelijk overkomt vindt mede zijn oorzaak in de belijnde opname. Dat Murray voor dit instrument koos, het Cavaillé-Coll orgel te Rouen, voltooid in 1890, ligt voor de hand want het is zo ongeveer het mooiste en meest gaaf bewaarde instrument van deze bouwer. Het is een gelukkige keuze voor de muziek van Vierne die zonder dit type instrument, het z.g. Frans-romantische symfonische orgeltype, niet goed denkbaar is.

Het tekstboekje van de CD-uitgave is keurig verzorgd met een goede niet al te lange tekst in het Engels, Frans en Duits. De voorzijde van de CD geeft een fraaie detailopname van het orgelfront.

FRITS ZWART


©St. NoPapers

Terug naar overzicht