Wat is er zo bijzonder aan
'Dido and Aeneas' van Henry Purcell?


Elke maand of frequenter komen er van de platenmaatschappijen folders uit, met daarin nieuw uitgebrachte CD's. Bijna elke keer staat er onder de 'P' Purcell's 'Dido and Aeneas'. Hoe komt dit toch? Wat is er zo bijzonder aan dit werk? Is het zoveel beter dan zijn andere composities. Beter gezegd: Wat is de meerwaarde van deze compositie boven dat van Purcell's andere werken?

Maar laten we bij het begin beginnen! Wie was Henry Purcell? Purcell is in 1658 of 1659 in Londen geboren en daar ook zesendertig jaar later overleden (1695). Van jongsafaan is hij lid van de 'Chapel Royal' (de koninklijke Kapel verbonden aan het Engelse hof). Uit de bronnen is op te maken dat hij van af zijn veertiende archivaris was van het instrumentarium, waaronder ook het conserveren van het orgel en het regelen van extra orgels bij bijzondere gelegenheden. Later ging hij ook muziek kopiëren, maar werd niet de officiële kopiist. (In die tijd was het gebruikelijk dat hoven en andere culturele centra mensen in dienst hadden die de hele dag bezig waren met het overschrijven van al bestaande muziek. Dit was een prestige zaak, dat is te zien aan alle mooi verluchte koorboeken die heden ten dage nog steeds in bibliotheken liggen). Zijn leven langs is Purcell bij één 'Chapel' geweest en heeft daar ook op compositorische wijze een grote stempel gedrukt op het muziek leven in Londen. Doordat hij zo aan de kapel verbonden was heeft hij vooral liturgi sche muziek geschreven, eveneens verklaart dit zijn vele koorwerken. Maar niet zijn theatermuziek waar 'Dido and Aeneas' toebehoort. De muzikale stijl is ook uit bovenstaande te verklaren. Hij schreef veel in de Engelse en veel in de, lichtere en vrolijke, Franse stijl, waar zijn werkgever Charles II een groot liefhebber van was.

Korte Inhoud van 'Dido and Aeneas:
Carthago na de Trojaanse oorlog. Op zijn reis van Troje naar Rome verblijft Aeneas als gast Bij Dido, de koningin van Carthago. Een tovenares weet Aeneas met een gefingeerde boodschap van de goden ertoe te bewegen zijn reis voort te zetten en na het afscheid sterft Dido van verdriet.

Henry Purcell heeft dit verhaal gezet in een opera met een proloog en drie bedrijven. Het libretto is door Nahum Tate geschreven naar boek IV uit de 'Aeneas van Virgilius. De bijzonderheid van deze opera zit hem niet in het unieke onderwerp, want het verhaal van dit liefdespaar is door ruim negentig componisten getoonzet. Wel opmerkelijk is dat 'Dido and Aeneas' bedoeld is als een reactie op de Italiaanse opera. Dit genre vond namelijk geen aansluiting bij het Engelse muziekleven. Het werd niet gewaardeerd. Purcell ging daarom zelf maar een opera schrijven. Hij deed dit in opdracht van de 'Young Gentlewoman' kostschool van Josiah Priest. Dat is bijzonder; de opera is dus "maar" geschreven voor een schooluitvoering, voor kinderen. De versie die nu steeds op CD gezet wordt, met Tenor en Bas moet dus een bewerking zijn (hierover is in de literatuur niets te vinden).

Priest was een dansleraar, dit verklaart waarom er dans in de opera voorkomt. Dit werk is de enige compositie van Purcell waar de gehele tekst op muziek gezet is. En hoewel de opera kort is, nog geen uur, komen alle emoties aan bod; om twee uitersten te noemen: de eenzaamheid van Dido en de passie van Aeneas. Hierdoor komt ik op het enige bezwaar van deze opera: het drama gaat te snel!

De CD 'Dido and Aeneas, Ode for St. Cecilia's Day' met Carolyn Watkinson, George Mosley, Het Monteverdi Choir en de English Baroque Solists onder leiding van John Eliot Gardiner is een gedegen uitvoering. Niet goed niet slecht, maar zoals het moet, zonder hoogte- of dieptepunten. Ook de vocalen zijn degelijk, het is wel jammer dat er geen betere aanduiding te vinden is. De opera gaat ook wel in zo'n tempo, dat er weinig rustpunten in zitten die een speciale behandeling moeten krijgen. De opera, en ook de ode aan Sint Cecilia's dag, is een steeds maar doorgaand treintje dat pas vaart vermindert als hij bij een station komt (dat is het eind). Aan deze steeds maar doorgaande cadans kan Gardiner niets doen, het hoort zo.

Om de kwaliteit van 'Dido and Aeneas' te meten (zover dat kan, het blijft een beetje appels met peren vergelijken) heb ik ook de CD 'O Solitude, Song and Airs' door Nancy Argenta (sopraan) beluisterd.

Op deze CD staat een verzameling liederen die alle stijlen van Purcell vertegenwoordigen. Het genre liederen was in de tweede helft van de zeventiende eeuw erg populair in Engeland. Door de veranderende maatschappij kwam er een grote middenklasse op met veel geld en vrije tijd. Muziek maken was een van de grootste hobby's van deze verwende mensen. Het lied was het genre bij uitstek hiervoor; de muzikale bezetting was klein en ze duurden niet zo lang. De Liederen konden niet aangesleept worden, zo gek waren de Engelsen ervan, de ene druk was nog niet droog van de persen of de volgende was al in aantocht. Zeker voor zijn liederen werd Purcell op handen gedragen en hij werd zo ook beroemd buiten Londen.

De CD is een juweeltje! Een mooie sopraan met een bescheiden begeleiding van luit, barokgitaar, viola da gamba, harpsichord en kamer orgel. Zo smaakvol en rustig. Het grote voordeel boven "Dido and Aeneas' is dat deze CD een perfecte balans tussen gemoedstoestanden heeft. Het gaat allemaal niet zo snel, zodat er nooit het gevoel is dat er wat aan je voorbij gaat.

Blijft de hamvraag van dit betoog. Waarom wordt 'Dido and Aeneas' zo veel en vaak op CD gezet! Na er veel over gelezen te hebben en kritisch de CD beluisterd te hebben, kan ik maar op een antwoord komen; de commercie beslist! De platenmaatschappijen hebben er eerst voor gezorgd dat het publiek de opera kent, de muziek ligt makkelijk in het gehoor dus dat is niet zo'n probleem. En nu zorgen ze ervoor dat iedereen de opera in huis heeft, eventueel in verschillende versies. Terwijl ik de CD 'O Solitude' aanraad. Misschien niet zo makkelijk in het gehoor liggend en commercieel, maar muzikaal veel meer een huzaren stukje. Gelukkig maak ik de dienst niet uit. Commercie is niet waar het bij mij om draait. Ik moet het gewoon mooi en/of interessant (als musicoloog) vinden.

SASKIA ROLSMA


©St. NoPapers

Terug naar overzicht