Eerlijk maar ontoereikend


Sir Peter Maxwell Davies is een gerenommeerd en vooral bekend componist in het Engelse taalgebied. Davies blijkt net zo populair te zijn als een goeddraaiende popband. Voor een componist die nog in leven is, zijn de loftuitingen en het eerbetoon ongekend. Om enkele voorbeelden te noemen: afgelopen september was Davies componist van de week op de Engelse radio; op 8 september, op zijn 60ste verjaardag, was het programma 'Tune in' geheel aan hem gewijd. Vervolgens zal zijn opera 'Resurrection' in première gaan en opgenomen worden door de BBC. Daarnaast staat Davies tot 2005 onder contract bij het label Collins Classics. Redenen te over om de tweede symfonie van Davies, onlangs uitgebracht door Collins Classics en uitgevoerd door het BBC Philharmonic onder leiding van de componist zelf, aan een kritische beschouwing te onderwerpen.

De golf van Davies
De tweede symfonie van Sir Peter Maxwell Davies heeft geen ondertitel maar wel een onderwerp: de zee en haar golfbewegingen. Davies gebruikt als hoofdidee twee verschillende golfkarakteristieken; de golf die het water nauwelijks beroert en pas vorm krijgt wanneer ze de strandlijn bereikt en de doorgaande golf die haar vorm al in het water krijgt. Kort samengevat doelt Davies op de diepte- en oppervlaktestromingen in de zee. De idee om golfbewegingen als fundament in melodisch en ritmisch opzicht te gebruiken is niet nieuw. In ons eigen Holland is Theo Loevendie al sinds jaar en dag in de weer met zijn zogenaamde curvetechniek. De naam zegt het al, de curve is bepalend voor een melodisch gegeven dat vergroot en verkleind kan worden. Alleen de vorm van de curve is bindend. Auditief zijn de twee melodische archetypen in de symfonie niet duidelijk te ontwaren. Wel duidelijk is telkens de tegenstelling tussen diepte- en oppervlaktestroming. Dit wordt vooral duidelijk door de ritmische verscheidenheid. Telkens is er sprake van een langzamer melodie in combinatie met korte snelle motieven of een doorgaande melodie in combinatie met signaalachtige tonen; motieven die slechts kort maar krachtig klinken. Dit alles ligt in een stevig tonaal bed. De muziek verliest hierdoor aan daadkracht. Muzikale ideeën grijpen telkens terug op hetzelfde tonale centrum. Had Davies het tonale idioom losgelaten dan had het oorspronkelijke muzikale idee beter uitgewerkt kunnen worden. De nadruk ligt nu heel sterk op het harmonische kader. De losse motieven die voortkomen uit de twee golfbewegingen worden beperkt doordat ze in een tonaliteit moeten passen. Tenminste zo klinkt het. Uiteraard is deze stellingname puur hypothetisch en niet te toetsen. De instrumentatie is onverwachts. Alle slaginstrumenten bij voorbeeld hebben eerder een melodische dan een ritmische functie. Davies gebruikt enkel slagwerk met een gefixeerde toonhoogte, zoals de pauk, de triangel, marimba en dergelijke. Ook hierin klinkt het doel, vooral in het harmonische kader te blijven, door. De tonaliteit is niet onnatuurlijk, niet-tonaliteit ook niet trouwens, al zal niet iedereen dit beamen. De belangrijkste kritiek op de tweede symfonie van Davies is het muzikale idee dat groter is dan de muziek tot uiting laat komen. De muziek is niet slecht of onsamenhangend, maar de diversiteit in ritmiek en melodiek is groot en komt slechts samen in de harmonie, die overigens weinig met de golfbeweging van doen heeft. Davies gaat daarmee voorbij aan zijn doel: de golfbeweging als muzikaal archetype.

Dat een componist niet altijd de beste uitvoerende is, geldt zeker voor de uitvoering van dit werk. De continuiteit die zo belangrijk en kenmerkend is voor een golfbeweging mist volledig. De muzikale ideeën worden op een weinig genuanceerde manier geïntroduceerd waardoor de structuur van een deel zoek raakt. Het BBC Philharmonic speelt hier en daar onnauwkeurig. Misschien dat een andere dirigent de symfonie beter tot zijn recht kan laten komen.

KATJA BROOIJMANS


©St. NoPapers

Terug naar overzicht