Bijverdiensten


Tegenwoordig moet je als politicus uitkijken dat je niet de fout begaat je met nevenbaantjes in te laten (of in gelaten te hebben), want dat kost je onherroepelijk je kop.

Hoewel ik de laatste zal zijn die tegen het zo gelijk mogelijk verdelen van arbeid is, heb ik alles wat er zich rond met name een zekere minister met een wel heel korte ambtstermijn heeft afgespeeld buitengewoon hypocriet gevonden. Zeker voor dat soort posities lijkt het me eigenlijk alleen maar een aanbeveling als iemand zo in trek is en dus gewaardeerd wordt. In de klassieke muziek is zoiets althans heel gebruikelijk en geaccepteerd. Hoeveel grote dirigenten hebben niet op twee (of zelfs meer) plaatsen tegelijk vaste aanstellingen als chef-dirigent, vaak op lokaties die de halve wereld van elkaar verwijderd zijn?

Hier moest ik aan denken toen de zeer herkenbare en inmiddels grijs geworden haardos van de overigens nog vrij jeugdige Simon Rattle dagen achtereen op het BBC-beeldscherm verscheen. Deze dirigent heeft het Birmingham Symphony Orchestra op internationaal niveau gebracht, het de bijbehorende faam èn een gloednieuwe concertzaal bezorgd. Niet slecht voor een 'gewoon' provinciaal orkest. En nu traden orkest en dirigent samen op als begeleiding voor de finalisten van het Leeds Pianoconcours (met alweer een controversiële uitslag).
Een leuke bijverdienste, maar dat niet alleen natuurlijk. Rattle is trouwens ook zo'n dirigent die overal ter wereld actief is. En voor de financiën hoeft dat waarschijnlijk al lang niet meer, want een topdirigent krijgt op zijn minst behoorlijk betaald.

Niet zo behoorlijk 'betaald' worden de studenten, zeker als ook de laatste bezuinigingsvoorstellen worden doorgezet. Conservatoriumstudenten vallen eveneens onder het beurzensysteem en zullen zo langzamerhand wel gedwongen zijn om hun inkomen aan te vullen met bijverdiensten. De markt voor muzieklessen is er een van grote concurrentie en dus wordt naar alternatieven gezocht.

Zo loopt in Utrecht, waar veel mag op straatmuziekgebied, een tweetal rond in (quasi) achttiende-eeuwse kledij. De belangrijkste van de twee ziet er uit als een kruising tussen Rattle en Beethoven met zijn zilver- geschminkte gezicht en woeste haardos. In de binnenstad staat hij soms doodstil als een standbeeld op een podiumpje, maar meestal geeft hij een mimevoorstelling begeleid door bijvoorbeeld Beethovens Pastorale. Wat we zien is een combinatie van een componist, verrukt over zijn eigen invallen, en een toeschouwer, die zich door de muziek laat meevoeren. Vooral dat expressieve zilveren gezicht blijft fascineren en daarvan maakt de eveneens in zwarte jas en met steek uitgedoste handlanger dankbaar gebruik als hij het publiek langs gaat met zijn hoed.

Of deze Beethoven en maat werkelijk muziekstudenten zijn, weet ik niet, dat vermoed ik slechts. Ook van een andere vaste gast in de stad weet ik dat niet zeker, maar vast staat dat hij zelf viool speelt. Want deze jongen draait ook muziek en daarbij houdt hij een marionetten-violist in zijn handen, die ongelooflijk knap die muziek letterlijk volgt. Alle bewegingen van de strijkstok kloppen precies en de vingers van de linkerhand - er kunnen er maar drie bewegen - doen dat ook, elke noot is zichtbaar. Voor het spelen van zo'n pop heb je beide handen nodig en daardoor wordt slechts de helft van de muziek uitgebeeld. Want we horen sonates voor viool en piano van bijvoorbeeld Brahms.

Een pianist-marionettenspeler heeft hij nog niet gevonden: het lijkt me ook vrijwel onbegonnen werk, waarvoor je eigenlijk drie handen nodig hebt. Hoe dan ook, deze bijverdieners amuseren het winkelende publiek kostelijk en brengen zo nog cultuur ook.

PRISKA FRANK


©St. NoPapers

Terug naar overzicht