Verleiding


Ooit gingen mensen naar een concert omdat er muziek van componist X of Y werd uitgevoerd. Maar, net zoals er regisseurstoneel is, zijn dirigenten vaak de publiekstrekker geworden. Men gaat of ging 'luisteren' naar een Bernstein of een von Karajan, naar een Abbado, Haitink, Dutoit, Kobayashi, Harnoncourt etc. En wat er dan gespeeld wordt is in zo'n geval van ondergeschikt belang. Natuurlijk hebben we parallel hieraan ook de grote solisten, die door hun persoonlijke aantrekkingskracht eveneens het repertoire overstijgen, soms gecombineerd met even persoonlijke eigenaardigheden. Een Horowitz die zich allerlei vrijheden permitteerde maar verder adembenemend, zij het lang niet altijd foutloos speelde, kon een potje breken bij het publiek.

Over de wat mij betreft overdreven adoratie die sommige operasterren ten deel valt wil ik het hier niet hebben. Maar ook heel wat klassieke instrumentalisten mogen zich tegenwoordig verheugen in een vaste aanhang. De huidige tendens om topmusici te presenteren als waren zij professionele fotomodellen, speelt in op de behoefte van het publiek (en de commercie) om muziek, hoe aantrekkelijk op zichzelf ook, een herkenbaar gezicht te geven. Een van de eerste musici die zo gelanceerd werd was de Joegoslavische pianist Ivo Pogorelich. Niet alleen was (is) deze jongeling meer dan het aanzien waard, maar de manier waarop hij definitief internationale belangstelling verwierf, zou koren op de molen van iedere publiciteitsmanager zijn. Hij won indertijd namelijk NIET de eerste prijs op het Chopin Concours in Warschau. Jurylid Martha Argerich was hierover zo verbolgen dat zij, niet bepaald in stilte, opstapte. Zijn spel, zijn uiterlijk en dit incident waren ruim voldoende om Pogorelich direct naar de supertop sturen. Helaas veroorloofde de pianist zich een vrijheid die hem niet in dank werd afgenomen: regelmatig zei hij op korte termijn concerten af. Het was altijd maar de vraag of hij zou komen. Net als bij sommige 'temperamentvole' filmsterren is zijn uiteindelijke product, de muziek, kennelijk zo verleidelijk dat de rest hem wordt vergeven.

Gelukkig gaan talent en een onuitstaanbaar karakter niet per definitie samen.
Zo'n cellist als Yo-Yo Ma, die alles met het grootste gemak en een hartverwarmende muzikaliteit schijnt te kunnen spelen, is er behalve aimabel ook bescheiden onder gebleven. Onlangs werd er een door hem in Amsterdam gegeven master class uitgezonden. Als commentaar daarop zei hij onder meer dat van dergelijke openbare lessen zowel leerling als docent bijleren. En inderdaad hoorden we geïnspireerd en gevarieerd spel, zowel tips als bewondering. Wat me echter het meest is bijgebleven zijn de stralende gezichten van Larissa Groeneveld en Quirine Viersen, enkele van de 'leerlingen', als ze al dan niet letterlijk iets samen met Ma hadden gespeeld. Dan begrijp je opeens waarom musici verliefd op elkaar worden, relaties met elkaar hebben. Met muziek als katalysator in zo'n gezamenlijke belevenis is de verleiding compleet.

PRISKA FRANK


©St. NoPapers

Terug naar overzicht