Het Haarlems Toneel
Impressie van de voorstelling "Antigone", gespeeld door Het Haarlems Toneel.
Premièrevoorstelling op 1 maart 1997 in de Stadsschouwburg van Haarlem.


Een modern café-interieur aan de linkerkant en in het midden, aan de achtermuur van het toneel, een onmiskenbaar Griekse boog. De klassieke tijd en het heden worden met elkaar vermengd. De blikken van de toeschouwers worden bewust gestuurd en vastgehouden op die Griekse boog.
Daar wordt op de traptreden het silhouet zichtbaar van een man, met zijn rug naar de zaal toegekeerd. Naast dit silhouet kan men ook gebiologeerd blijven kijken naar een vrouwengezicht dat nog zonder lichaam aan de rechterkant van de boog zichtbaar is.
Achterin de zaal is het moeilijk om vast te stellen of de ogen van dat vrouwengezicht gesloten zijn. Het gezicht lijkt wel de functie te hebben van een jachttrofee aan de muur, waarschijnlijk doordat het lichaam ontbreekt?

Antigone verschijnt in een lange rode, fluwelen jurk ten tonele en licht ons in over het onrecht dat één van haar broers, Polyneices is aangedaan. Zijn lijk ligt onbegraven op het strand, ten prooi aan hongerige honden en aasgieren die het lichaam weldra zullen verminken. De koning van Thebe, Creon, heeft in de afgelopen woelige dagen volgend op zijn verovering van de stad, een verbod uitgevaardigd op het toekennen van de laatste rituelen aan Polyneices' lichaam. Weerstreving van dit gebod op straffe van steniging. Uiterlijk beeft Thebe bij de gedachte dit gebod te weerstreven, innerlijk is de bevolking verontwaardigd en steunt Antigone in haar openlijk verzet tegen Creon.

Temidden van de chaos in de verwoeste stad, deel uit makend van het door de Godenvloek getroffen geslacht van Oedipus, klemt Antigone zich vast aan de wetten van diezelfde Goden. Haar vader Oedipus is blind weggetrokken uit Thebe, beide broers Eteocles en Polyneices hebben elkaar uitgemoord in een duel, moeder Iocaste is buiten zinnen van haar eigen incestueuze verhouding en Ismene, het zusje van Antigone heeft zich aangepast aan de nieuwe toestand.

Tot diezelfde Ismene, gekleed in een kort zuurstok-rose mantelpakje, richt zich Antigone. Is Ismene bereid om haar terzijde te staan bij het klandestien begraven van hun beider broer? Nee! Ismene daarentegen waarschuwt Antigone en verwijt haar de koppigheid die ook hun vader Oedipus bezat. Antigone hoont haar zusje en besluit toch tot haar daad over te gaan.

Een soldaat komt hijgend het café ingerend maar blijft stokstijf staan als hij koning Creon ontdekt, die een biertje staat te drinken aan de bar. Stamelend en struikelend over zijn woorden vertelt hij Creon dat het lijk van Polyneices is begraven zonder dat de wachters dit gemerkt hebben. Zij hebben geen spoor van de dader gevonden. Creon wordt rood van woede, koelt dit op de arme soldaat en beveelt hem, de dader in het café te brengen. Als hij faalt, betaalt hij daarvoor met z'n leven.

Er verstrijkt niet veel tijd voordat Antigone zwijgend als het graf voor Creon gebracht wordt, op heterdaad betrapt bij het brengen van een plengoffer op het met zand bestrooide lichaam van haar broer. Creon scheldt haar de huid vol, maar Antigone wijkt geen haarbreed van haar geloof in de Godenwetten die al langer bestaan dan Creon's wetten. Daarop wordt Antigone weggevoerd en opgesloten, in afwachting van haar doodstraf.

Creon is in dubio, want hij wil geen bloed aan zijn handen hebben kleven. Antigone is nu eenmaal de verloofde van zijn jongste zoon Haemon. Het zit Creon niet lekker dat zijn zoon hem óók de huid heeft volgescholden en bovendien waarschuwde tegen zoveel dom machtsvertoon tegenover de bevolking van Thebe. Hij wordt weer rood van woede.

Antigone zal uiteindelijk in eenzame opsluiting in een grot, ver weg van Thebe gruwelijk aan haar einde moeten komen, zonder dat Creon daar een hand in heeft. Ismene is erbij als Antigone haar lot aanhoort. Ook Ismene wordt beschuldigd van medeplichtigheid door Creon, maar Antigone versmaadt haar eigen zuster en zegt dat zij te laf was om mee te helpen. Ismene kan alleen nog maar huilen, wat zelfs Creon van haar doet walgen.

Antigone staat in een poel van licht op het toneel en brengt een kort zelfbeklag. Nooit zal zij de zon meer zien schijnen, nimmer trouwen en kinderen krijgen. Dat alles omdat zij de eeuwenoude Godenwetten respecteert. Daar in die grot zal zij zich ophangen aan haar eigen, witte sluier die ooit haar bruidsluier had moeten worden. Haemon zal haar gaan zoeken, haar zien hangen en zich daarna met een 'tweesnijdend' zwaard op zijn vader storten die maar net op het nippertje kan ontsnappen. Creon tenslotte, is getuige van Haemon's zelfmoord, terwijl deze het lichaam van Antigone omklemt.

Wij zien daar niets van op het toneel, horen alleen een gesprek aan tussen 'de man achter de tap' oftewel 'het koor', Creon en de blinde zieneres Tiresias.
Nu wordt het raadsel van het losse hoofd, rechts van de boog opgelost. Zie, het komt los en er zit zowaar een lichaam aan vast, in donkerpaars gekleed, zodat het tegen de zwarte achterwand niet zichtbaar was. Het koor moet haar vasthouden want zij kan noch lopen noch zien. Een mooie paradox; niets zien en toch alziend zijn.
Tiresias vertelt van de treurige gebeurtenissen in de grot en waarschuwt voor het onbegraven blijven van Polyneices' lijk. Thebe zal namelijk overspoeld worden door gruwelijke stank en jammerlijk ten onder gaan. Creon geeft tenslotte bevel Polyneices' lijk te wassen en de gebruikelijke rituelen uit te voeren. Hij gaat af. Letterlijk.

Eurydice, Haemon's moeder en koningin van Thebe, komt in het zwart gekleed het café binnen. Fluisterend vraagt zij het koor of de treurige geruchten die haar ter ore kwamen kloppen. Is haar zoon werkelijk dood en met hem ook Antigone? Daarop is haar enige gebaar van rouw, het zwijgend voor haar gezicht trekken van een zwarte sluier. Stil en met gebogen hoofd loopt zij het café uit naar haar eigen vertrekken.
Het koor dat de zaak niet vertrouwt, laat een soldaat haar achterna gaan en weldra horen wij het nieuws. De koningin heeft zich met een zwaard doorboord. Het is al te laat om dit nieuws Creon te onthouden want hij komt net binnen. Zo hebben de Goden wraak op hem genomen, omdat hij hun wetten trotseerde en alleen op macht uit was.

Deze 'Antigone' was qua stylering sober en niet bijzonder verrassend. Het kan hierin gelegen hebben dat in de vertaling van de Antigone-tekst, waaraan duidelijk veel zorg was besteed, alle beschikbare tijd ging zitten. De dramaturge en de regisseur hebben waarschijnlijk een bewuste keuze gemaakt om het thema in 'Antigone' - vasthouden aan waarden en normen in een ontwrichte situatie en het kunnen verwerken van verlies - met behulp van de tekst en het acteren te benadrukken en niet door middel van de stylering.

door Birgit Spoon


 Terug naar de Agenda van Nederland