Michael Grosso:
Frontiers of the soul: Exploring psychic evolution
Toen ik de titel van dit boek las vroeg ik me af wat te verwachten. Psychic betekent meestal paranormaal, maar zou in dit verband ook 'van de geest' kunnen betekenen. Toen ik het boek uitgelezen had, was het mij nog steeds niet duidelijk waar Grosso het nu eigenlijk over heeft.
Het centrale idee van het boek is dat mensen met paranormale vermogens voorlopers zijn in de evolutie van de mens, want uiteindelijk zal iedereen deze bezitten. Dit centrale idee probeert Grosso uit te werken aan de hand van een aantal invalshoeken. Hij beschrijft Jezus als een sensitief ( paranormaal gevoelige) en Paulus als iemand die een bijnadoodservaring heeft ondergaan en daardoor sterk is veranderd. Hiermee schetst hij een beeld van het (vroege) christendom dat sterk afwijkt van het traditionele.
Op zich is dit natuurlijk geen probleem. De discussies over het vroege christendom zijn weer volop aan de gang, alleen de basis van het betoog is zwak en onduidelijk. In het algemeen zijn de ideeën van Grosso slecht uitgewerkt. Er zijn geen duidelijke omschrijvingen en afbakeningen van de essentiële begrippen( evolutie,bewustzijn, etcetera), die in het boek worden gehanteerd. Oorzaak en gevolg lijken soms verward te worden en de diverse onderdelen van het boek hangen als los zand aan elkaar. Nu kan dit in sommige boeken de leesbaarheid en geboeidheid verhogen. Maar in dit geval wil Grosso, die overigens filosoof is, een beschouwend werk afleveren.
Mijns inziens is dat totaal mislukt. Vaag, verwarrend en naïef zijn de eerste trefwoorden die in mij opkomen ten aanzien van dit boek. Het vage en verwarrende geldt ook zijn keuze van onderwerpen. Buiten de al genoemde invalshoeken behandelt Grosso onder andere de cultus van de beschermengelen, Maria- en UFOverschijningen, de eleusische mysteriën en twee (redelijk goed gedocumenteerde) paranormaal begaafden. Deze twee zijn Padre Pio en Sai Baba. De eerste is een Italiaanse pater die zich extreem nederig opstelde tijdens zijn leven in het klooster en soms bont en blauw tevoorschijn kwam uit gevechten met 'wezens van gene zijde'. De tweede is een kwajongensachtige guru uit India. Deze twee voorbeelden schrikken mijns inziens de gemiddelde lezer zodanig af dat ze als voorbeelden van de volgende evolutionaire fase van de mensheid uitermate slecht gekozen zijn.
Het lijkt alsof het boek alleen maar 'slecht' is, nu dat is niet zo. Door het hele boek heen staan leuke ideeën en inzichten. Deze staan vaak los van het kernbetoog, maar maken het boek zeker meer leesbaar. Ondanks dat kan ik dit boek niet aanraden. Jammer, want boeken in de Questreeks zijn vaak zeer goed.
JAN SPRONG