Boeken bij Lannoo


René Girard: 'God en geweld.
Over de oorsprong van mens en cultuur

Jan Populier: 'God heeft echt bestaan.
Met René Girard naar een nieuw mens- en wereldbeeld'

Het gedachtengoed van de Franse wetenschapper René Girard is al sinds de verschijning van zijn eerste publikaties dertig jaar geleden bepaald niet onomstreden. In een gestage stroom boeken heeft Girard zijn mens- en wereldbeeld ontvouwd en zijn hoogst persoonlijke en alleen al daardoor authentieke kijk op de mens en zijn cultuur belicht en tot onderwerp van studie gemaakt.
Twee thema's vallen daarbij in het oog: de zogenaamde zondebok- theorie en het begrip mimesis. Beide hangen overigens nauw met elkaar samen.
Mimesis is, kort gezegd, nabootsingsgedrag. Volgens Girard is alle menselijk gedrag en handelen niets meer of minder dan nabootsing. Hij beschouwt dat echter niet als een negatief gegeven, maar als een uitzonderlijk positieve eigenschap: het vermogen om na te bootsen ligt aan de basis van de cultuur en van het mens-zijn.
Een van de vormen van nabootsing is de wijze waarop mensen met elkaar rivaliseren, eerst op individueel, later op collectief niveau. Als deze rivaliteit uit de hand lijkt te lopen, kiest een groep een oorzaak, een schuldige, een zondebok. Dit gegeven is het centrale thema in het boek 'God en Geweld'.
Girard laat bijna de hele wereldgeschiedenis de revue passeren om aan te tonen dat het principe van mimesis en zondebok van alle tijden is en op alle niveau's in alle culturen terug te vinden.
Het is praktisch onmogelijk om de even controversiële als indrukwekkende theorieën van René Girard in enkele zinnen samen te vatten. Eenvoudig is zijn werk niet.
Wie geïnteresseerd is in Girard's werk zou bij wijze van inleiding goed kunnen beginnen met 'God heeft echt bestaan', waarin zeer helder de belangrijkste thema's van Girard door Jan Populier worden uitgelegd en toegelicht.

'Waar jij niet bent, is niemand'
Liefdesbrieven uit de wereldliteratuur

samenstelling: Gaby Vanden Berghe

Ego-dokumenten vormen een bijzondere categorie in de literatuur, al was het maar omdat het genre zowel hartstochtelijke liefhebbers als minstens zo gepassioneerde haters kent.
Onderdeel van die discussie is de vraag of en in hoeverre ego-documenten nog wel als literatuur kunnen worden aangemerkt.
Bij het verrukkelijke boekje 'Waar jij niet bent is niemand' kan over dit laatste geen misverstand bestaan, in zoverre dat praktisch alle opgenomen documenten hun sporen in de letteren ruimschoots verdiend hebben (al is dat natuurlijk geen garantie voor de literaire waarde van de door hen geschreven boeken).
De liefdesbrieven zijn gerangschikt in alfabetische volgorde, te beginnen bij Balzac en eindigend bij Belle van Zuylen. Uiteraard zijn ook de namen van de geadresseerden opgenomen.
Alle bij verliefdheid en liefde horende, dan wel voorkomende emoties komen in de opgenomen brieven aan bod: het schrijnende gemis van de geliefde, het wanhopige verlangen, de jaloezie en de teloorgang van wat ooit eeuwigheidswaarde leek te hebben.
Niet altijd zijn de brieven voorbeelden van literaire hoogstandjes, zoals je die zou verwachten van grootheden als bijvoorbeeld Rilke en Proust. Daar staat tegenover dat de ongekunsteldheid ervan ze des te menselijker maakt. Bovendien blijkt minstens zo vaak uit de toon dan uit de inhoud van de brieven hoe de liefde tussen briefschrijver en geadresseerde er voor staat.
Deze bescheiden selectie liefdesbrieven uit de wereldliteratuur is uitgebracht in een mooi, gebonden boekje.

Marina San Giorgi:
'Een glimlach kwam voorbij'

Marina San Giorgi had tijdens haar leven een succesvolle talenschool in Rotterdam.
Haar affiniteit met taal was derhalve instrument en zij streefde ernaar de taal te gebruiken als een brug tussen mensen die met elkaar leven in een pluriforme samenleving.
Toen bleek dat zij kanker had, begon zij gedichten en teksten te schrijven.
Vorig jaar overleed zij, 49 jaar oud.
In 'Een glimlach kwam voorbij' is een selectie van de teksten opgenomen.
Ze zijn allemaal voorzien van een datum en bestrijken een periode van ongeveer een jaar van '91/'92.
Over de literaire kwaliteit van het werk zouden misschien wel enkele kritische kanttekeningen te maken zijn, maar daar was het de schrijfster waarschijnlijk niet om te doen. Het zijn hoogst persoonlijke notities, vaak poëtisch van toon, soms kort, puntig en even effectief als een aforisme en ze hebben veelal het ziek-zijn tot hoofd- of nevenonderwerp.
Pijn, de dankbare herinnering aan het goede leven, het afscheid van dierbaren en het onder ogen zien van de naderende dood keren als thema's herhaaldelijk in de teksten terug.
Door de datering kan de lezer de schrijfster van dag tot dag volgen, zodat de bundel de authenticiteit van een dagboek krijgt.
Marina San Giorgi moet een wijze en inspirerende vrouw zijn geweest, afgaande op haar teksten:

'als je voelt dat het waar is als je echt voelt dat je leven zijn zin heeft als je voelt dat het waar is dat alles en iedereen zijn bestemming heeft, dan treur je niet om het gevallen blad

'De Bijbel; in onze taal, voor elke dag'

Enige tijd geleden stond in de Volkskrant een cartoon van Stefan Verwey.
Een man staat bij de balie van een bibliotheek. De vrouw achter de balie kijkt op de monitor van een computer en vraagt aan de man: 'De bijbel... weet u de naam van de auteur?'
Of de secularisatie van de samenleving al in die mate gevorderd is, durf ik te betwijfelen, maar dat de bijbel veel minder gelezen wordt dan jaren geleden het geval was, staat buiten kijf. Ook al is het nog altijd het meest verkochte boek ter wereld, met de kennis van de inhoud lijkt het treurig gesteld.
Nou zijn er voor de geïnteresseerde lezer ook wel wat drempels te overwinnen, zo menen ook de vertalers en samenstellers van deze nieuwe bijbeluitgave: 'De grote omvang van het boek en zijn heel eigen taalgebruik vragen van de lezer veel concentratie en aandacht'.
Om tenminste enige van deze obstakels uit de weg te ruimen, bedachten de samenstellers een even originele als gewaagde benadering. Gewaagd, omdat niet de vertrouwde volgorde van bijbelboeken tot uitgangspunt is genomen, maar de liturgische cyclus. Fragmenten uit het Oude en Nieuwe Testament wisselen elkaar af en dat alleen al is zelfs voor de doorgewinterde bijbellezer zeer verrassend en verfrissend.
Deze bijbel is opgezet volgens het principe van een bijbels dagboek: elke dag een periscoop of hoofdstuk, nooit langer dan de gemiddelde lezer nodig heeft om in vijf tot tien minuten te lezen.
Elke dag, i.c. bijbelgedeelte is in de kantlijn voorzien van een soort commentaar: dat kan een korte overweging zijn, maar ook een ander bijbelgedeelte, dat het fragment dat op een bepaalde dag centraal staat, in een nieuw licht plaatst of aanvult.
Nieuw is ook de vertaling, waaraan een hele ploeg vertalers gewerkt heeft.
Vergelijking van enkele bijbelgedeelten met andere vertalingen (de Statenvertaling, de vertaling van het NBG, de Willibrord- en de Canisius) maakt duidelijk dat de hier aangeboden teksten niet noemenswaardig afwijken van de meer bekende bijbels.
Als met de toevoeging 'in onze taal' bedoeld wordt 'de taal die we vandaag spreken' dan zijn de vertalers slechts ten dele in hun opzet geslaagd. Weliswaar zijn de teksten minder plechtstatig dan sommige andere vertalingen, maar de taal blijft vaak gedragen. Maar dat kan ook liggen aan het feit dat deze lezer min of meer vertrouwd is met enkele veelal geparafraseerde echt moderne Nederlandse vertalingen.
Qua opzet is deze bijbel, mooi en in een royale uitvoering gepresenteerd, echter een ideale gelegenheid om kennis te nemen van de inhoud.
Is het niet om religieuze motieven, dan blijven nog de culturele of literaire die dit boek tot min of meer verplichte lectuur maken. Voor iedereen.

HARRY FLEURKE


©St. NoPapers

Terug naar overzicht