Het afgelopen weekend was mijn 22-jarige dochter een paar dagen over uit het buitenland. Nou ja, voor zover je Vlaanderen in een Verenigd Europa tenminste 'buitenland' kunt noemen.
Ze kwam zonder haar vriendje en hoewel ik niks tegen de jongen als zodanig heb (ik behoor niet tot de ouders die per definitie en bij voorbaat een hekel hebben aan de 'aanhang' van hun kinderen), gaf haar exclusieve aanwezigheid het weekend toch een beetje de sfeer van vroeger, toen ze nog bij ons woonde.
Tussen de bedrijven door hield ze zich bezig met een vriendin van dezelfde leeftijd, die recent haar vriend, met wie ze twee jaar samenwoonde, had verlaten, met medeneming van het kind dat uit deze korte en blijkbaar ongelukkige verbintenis was voortgekomen.
Met verbazing nam ik kennis van de openhartige reactie van mijn dochter.
"Ik vond de generatie van mamma en jou altijd maar wat aan rotzooien met relaties en zo. Een echte flodder-generatie. Maar nu ik van dichtbij meemaak wat er met mijn vriendin gebeurt, geloof ik dat het niks met generatieverschil te maken heeft. Wij maken dezelfde fouten als jullie, al hebben we gezien hoe mis dat kan gaan. Blijkbaar moeten ook wij de dingen ondervinden en leren we niet zoveel van waarover ik dacht dat jullie de mist ingingen."
Als ouder(e) ben je geneigd, ik tenminste wel, om steeds wegen te zoeken die moeten voorkomen dat je voor oud en niet meer van deze tijd wordt versleten. Ik ben af en toe als de dood dat ik word gezien als iemand die niks begrijpt van de 'jongeren van tegenwoordig'.
Merkwaardig dat zelfs de gedachte nooit in me opkwam dat die kloof wel eens door de andere kant zou kunnen worden overbrugd. Met de ervaring en de tijd als voornaamste instrumenten.
Een verhelderend en bemoedigend weekende was het.
Misschien komt nog wel goed met al die kinderen, waarvan de ouders zich nu afvragen waar het in vredesnaam naar toe moet.
HARRY FLEURKE