is een methode van structureel
lichaamswerk, die ontwikkeld is door Ida Rolf (1900). Zij onderzocht
ondermeer welk effect de structuur heeft op de functie van het
lichaam. In Rolfing worden technieken toegepast om het lichaam
in een natuurlijk evenwicht te brengen door de belangrijkste segmenten
hoofd, schouders, borst, bekken en benen in één
lijn te brengen, om zo efficiënt mogelijk weerstand te bieden
aan de zwaartekracht van de aarde. Men bereikt dit door flinke
druk uit te oefenen op het bindweefsel en daardoor te bevrijden
van spanningen die zich verzameld hebben door fysieke of psychische
trauma's.